Dit is een stuifzandgebied. Je vindt dit soort grote open vlaktes met zand in het stuwwallengebied in het midden van Nederland. Deze gebieden zijn ontstaan doordat de mensen hier vroeger veel bomen hebben gekapt. En als er geen begroeiing meer is, kan het losse zand makkelijk worden meegenomen door de wind. En dat stuifzand is heel erg fijn. Hierdoor kan de wind het makkelijk verplaatsen. En dat gebeurde ook.
Grof grind bleef achter. Het fijne zand kwam op een andere plaats terecht. Omdat wortels van een boom het zand goed vast houden kon het niet wegwaaien. Daarom staan die bomen nu hoger. Ook de wortels van graspollen kunnen het zand goed vasthouden.
Aan de rand van het stuifzandgebied zien we wel weer bomen staan. Die zijn later door de mensen geplant om het zand vast te houden. Want ze hadden immers niets aan die grote kaalgekapte gebieden. Door helmgras en dennen te planten, lukte het om het stuifzand in bedwang te krijgen.
Dat het eerst wel een zandvlakte was, zie je nog aan de kleine zandheuvels, een soort duinen, tussen de bomen. Nu vormen de stuifzanden, de bomen en de hei een natuurgebied. Voor de mensen en de dieren.