Niet alle apparaten gebruiken natuurlijk evenveel energie. Hoe meer elektrische energie er nodig is, hoe meer elektronen er door de draad moeten stromen. Met een stroommeter, een ampèremeter, kun je de stroomsterkte meten.
In deze stroomkring is een stroommeter aangesloten. Voor het lampje meet ik 0,3 ampère. En nu ga ik het na het lampje meten.
En nu aan de andere kant. Ook 0,3 ampère. Het aantal elektronen dat per seconde het apparaat in gaat is dus precies evenveel als het aantal elektronen dat per seconde het apparaat uit komt.