Katten kunnen heel goed sluipen.
Dat moet ook wel, want ze moeten muizen vangen.
Ik ben Joel. Ik kan ook goed sluipen.
Maar als ik mijn broertje besluip om hem te laten schrikken, gebeurt er meestal dit:
Ik maak te veel geluid.
Waarom kan ik niet stilletjes sluipen, zoals onze poes Rosi? Wat doet zij anders dan ik?
Rosi heeft kussentjes onder haar voeten, dus kan ze heel stil sluipen.
En ze heeft scherpe klauwen. Daarmee kan ze goed klimmen.
Als Rosi over een glasplaat loopt, zie je haar voetjes van de onderkant.
Hoe kan ze sluipen met zulke klauwen?
Je ziet Rosi’s klauwen niet, want ze heeft ze ingetrokken.
Zo kan ze haar pootjes zo zacht als een veertje neerzetten.
Als Rosi de trap op gaat, klinkt het zo:
Je hoort niets.
Als wij de trap op gaan, ook zonder schoenen, klinkt het veel harder.
Als ik van de bank af spring, klinkt het zo:
En Rosi… klinkt zo!
Ze kan haar voetstappen veel beter dempen dan ik.
Wij kunnen nooit zo stil lopen als Rosi. Maar ik weet wat we wel kunnen nadoen:
haar kattenpootjes!
Daarmee kun je veel beter rondsluipen.
En… mensen laten schrikken!
BOEHHH!