Ik ben Amber, ik heb dit hier tussen de rommel gevonden. Ik denk dat het van een vogeltje is maar wat is dit?
De schedel die je hebt gevonden is inderdaad de schedel van een vogel. Dat kun je al heel snel zien. Vogels hebben namelijk geen bek met tanden maar een snavel. Nu moeten we nog onderzoeken van welke soort vogel de schedel is. Voordat je de schedel goed gaat bekijken is het ook belangrijk om ook te kijken naar de plek waar je de schedel hebt gevonden. Dat was aan de rand van een weiland. Bij een boerderij. Welke vogels kun je daar zoal verwachten? Ooievaars, Grutto’s, buizerds, zwaluwen, ganzen en kippen. Naast de vindplek zegt de lengte van de snavel veel over de vogel. De ooievaar, de wulp en de grutto hebben een hele lange snavel. Die snavel is veel langer dan de rest van hun kop. Omdat de snavel van jouw vogel veel kleiner is, vallen deze vogels af. Maar niet alleen de vindplaats en de lengte, maar ook de vorm van de snavel vertelt ons veel over de vogel. Roofvogels bijvoorbeeld hebben een haaksnavel. De snavel van jouw vogel is kort en spits. Vogels met zo’n snavel eten vooral bessen en zaden. De vogel leeft in de buurt van een boerderij, heeft een korte spitse snavel en eet waarschijnlijk zaden. Als je de schedel goed bekijkt dan komt hij overeen met de schedel van een…kip!
De snavel van een vogel zegt dus veel over wat voor voedsel hij eet. Er bestaan veel vogels met verschillende snavels en eetgewoonten. De snavel van een Lepelaar heeft de vorm van een lepel, zoals je hier goed kan zien. De snavel is meer dan drie keer zo groot als de rest van hun kop. Niet alleen hij heeft zo’n lange snavel, de Kluut bijvoorbeeld ook. De Lepelaar houdt van kleine schelpdieren en van vis. Met zijn snavelhelften iets van elkaar, waadt hij door ondiep water. Aan de binnenkant van zijn snavel zitten gevoelige plekken, hiermee voelt hij meteen als er een lekker hapje binnen drijft.
Net als de Lepelaar heeft de eend ook de snavel in de vorm van een lepel. Hij is alleen een stuk kleiner. De eend eet geen vis zoals de Lepelaar, maar planten en zaden. Dit doen ze op het land rondom meren en rivieren en meren, of ze halen delen van planten en zaden uit het water.
De snavel van een wulp is lang en dun. Zoals je hier goed kunt zien is hij meer dan vier keer zo lang als zijn kop. De wulp vliegt boven akkers en weilanden op zoek naar voedsel. Met zijn lange dunne snavel kan hij heel makkelijk en heel diep in zachte modder komen. Het uiteinde van zijn snavel is erg gevoelig Hiermee voelt hij goed de kleine diertjes die in de grond leven. Zoals wormpjes.
Meeuwen hebben langwerpige schedels met vrij grote snavels. De snavel van een meeuw is vrij krachtig. Daarmee kunnen ze vrijwel alles eten. Dit doen ze dan ook, het zijn alleseters! Ze eten afval, vis, schelpdieren en krabben. Met die krachtige snavel kraken ze de schilden zo open.
De snavel van de ooievaar is groot, zwaar en spits. Het uiteinde van de snavel is rood en erg scherp. Hiermee prikken ze makkelijk een kikker, een rat of een mol aan hun snavel. Maar door de spitse vorm kunnen ze ook kleine insecten oppikken, zoals wormen en torren. Naast eten gebruiken ze hun snavel ook om takken mee te vervoeren voor hun nest. En ze begroeten elkaar door hard met hun snavel te klepperen.
Dit is de snavel van een specht. De specht heeft een harde snavel en dat is maar goed ook, want het hele jaar door roffelen ze op takken en hakken ze in boomstammen om zo een nestholte te maken. Tijdens het hakken eten ze kleine insecten die zich onder het hout en in de schors hebben verstopt, zoals larven. Je ziet dat de specht twee neusgaten heeft. Om te voorkomen dat daar zaagsel of schors inkomt zijn deze bedekt met veertjes.
Roofvogels hebben allemaal een typische haaksnavel. Zoals je bij het skelet van de havik en de buizerd goed kan zien. Roofvogels eten muizen en kuikens, maar ook insecten. Aan de snavel zitten scherpe randen. Daarmee kunnen ze prooien uit elkaar scheuren die te groot zijn om direct door te slikken.