Engeland kende rond 1600 onder de regering van Koningin Elisabeth I een enorme bloei van het theater. In het begin waren er alleen rondtrekkende groepjes acteurs die op pleinen en in huizen speelden, maar in 1576 werd in Londen een gebouw: het Theatre, opgetrokken voor vaste voorstellingen. Die werden zó populair, dat er rond 1600 al zes grote theaters in Londen waren. Daarvan was het Globe Theatre, het theater van de groep van Shakespeare, het grootst en het mooist. Theater was net zo populair als film in het begin van de 20ste eeuw of als popmuziek nu. Er waren soms wel elke dag nieuwe voorstellingen en mensen stonden ervoor in rijen. De voorstellingen waren ’s middags, wanneer het door het open dak voldoende licht binnenkwam. ’s Avonds dienden de theaters vaak als gokpaleis of bordeel. De voorstellingen werden alleen gestopt als er weer eens een pestepidemie was. In de Globe konden 3000 mensen, waarvan de meesten moesten staan. Dat waren de goedkoopste plaatsen. In de loges langs de muren was de prijs dubbel en de echte rijken mochten aan de zijkant bovenop het podium zitten. De voorstellingen verliepen wat anders dan wij gewend zijn: toehoorders reageerden luidkeels op de acteurs, vooral als de voorstelling over politiek ging, wat regelmatig het geval was. Decor was er nauwelijks vanwege de soms dagelijkse wisseling van voorstelling, maar wel spektakel als vuurwerk en rook om bijvoorbeeld een veldslag te suggereren. Voor repetities was weinig tijd. Acteurs kregen de tekst soms zelfs pas als de voorstelling begon, zodat ze de zinnen lieten voorzeggen door een souffleur en volop improviseerden. Dat gold niet voor grote theaterstukken zoals die van Shakespeare, mede-eigenaar van de Globe. Hoewel ook hierin geïmproviseerd werd. Belangrijke theaterstukken van Shakespeare zoals King Lear, Othello en MacBeth zijn in de Globe opgevoerd. Bij succesrijke stukken zaten de concurrenten van andere theaters in de zaal te proberen de tekst te kopiëren om ze zelf ook te kunnen spelen. Daardoor is het niet met volle zekerheid te zeggen of de overgeleverde versies de échte originele van Shakespeare zijn. In 1613 leidde een voorstelling waarbij een kanon afgevuurd werd tot een brand van het strooien dak en daarna van het hele gebouw. Het werd snel weer opgebouwd met een pannendak, maar na 1642 grepen de Puriteinen in Engeland de macht, sloten deze poel des verderf en braken het tot de grond toe af. Pas in 1997 werd de Globe in zijn originele staat herbouwd, zelfs inclusief de geitenharen in het pleisterwerk als ode aan deze korte, maar zeer productieve periode van de Engelse theatergeschiedenis.