Zeg, waar ga jij heen? Op een been, en helemaal alleen? Ik ga naar de zee. Ga je met me mee? Zijn we met zijn twee. Een, twee, op weg naar de zee. Maar he, wie kruipt daar omhoog en zit daar op een knie? Wat een lief lieveheersbeestje. Lieveheersbeestje is nummer drie. Een, twee, drie. He, is dat de zee die ik daar zie? Wacht, ik wil ook mee! Zei de mier. Jahoor, tuurlijk. Een, twee, drie, vier. En ze hebben veel plezier. Kwaak, een kikker op mijn lijf. Kikker mag mee als nummer vijf. Een, twee, drie, vier vijf. Aan zee, holadijee! Een, twee, drie, vier, vijf.