In Nederland kun je verschillende soorten roofvogels tegenkomen. Maar een rode wouw zul je in ons land niet vaak te zien krijgen. Je herkent een wouw aan zijn gevorkte staart. Met gespreide vleugels en staart zweeft deze rover rond, op zoek naar prooi.
Een buizerd jaagt net als de wouw, maar zijn staart ziet er anders uit. Met gestrekte poten landt de buizerd op een tak en kijkt rond of er iets te eten valt. Met de grote ogen kan een roofvogel goed zien. Met de scherpe snavel wordt een prooi verscheurd. De klauwen hebben scherpe nagels.
De buizerd heeft een prooi gezien. In glijvlucht gaat hij erop af. De prooi heeft niet in de gaten dat er gevaar uit de lucht dreigt. De rover remt af en steekt de klauwen naar voren, klaar om toe te slaan. Deze muis heeft geen schijn van kans.