Ah daar zie ik het schrijvertje en de geelgerande waterkever zwemmen. Prachtig, prachtig. O eh... was ik al begonnen? Goededinges, ik wil het vandaag eens hebben over vijvers. Een vijver is een grote plas water in het bos. Maar sommige mensen hebben er ook een in de tuin. Die vijver hebben ze dan zelf gemaakt. Net als ik, kijk maar.
Zo’n vijver lijkt een beetje saai. Je zou denken: wat heb je nou aan zo’n plas water. Geef mij maar een meer, of een rivier, of de zee.
Maar zo’n vijver is ontzettend interessant want er leeft veel meer in dan je denkt. Watervlooien, kikkers, bootsmannetjes, salamanders. Het krioelt er van het leven. Het is helemaal niet saai. Juist niet! Een vijver is geweldig.
Er groeien ook planten in. Onderwaterplanten. En boven water groeien vaak schitterende waterlelies.
Er zwemmen vissen in de vijver die van de waterplanten eten. Er zijn kevers die visseneitjes eten. Er zijn libellen die watervlooien eten. Kortom zo’n vijver is een hele wereld op zichzelf. Het is dan ook heel belangrijk dat die wereld niet verstoord wordt. Als je er iets ingooit wat daar niet hoort, dan maak je de hele vijver met al dat leven kapot.
Een vijver in het bos is niet alleen belangrijk voor de dieren die erin leven, maar ook voor de dieren die in de buurt van zo’n vijver wonen. Zoals herten en zwijnen. Als ze dorst hebben lopen ze naar de vijver toe om eruit te drinken.
En eenden en waterhoentjes houden ook van vijvers. Ze kunnen hun kuikens er veilig in laten opgroeien. Je zou bijna kunnen zeggen dat een vijver het hart is van het bos.
Als we die vijver zouden dichtgooien, of zouden vervuilen gaan alle dieren dood en heeft het bos geen hart meer.
Maar weet je wat nu zo handig is? Als er maar genoeg planten en dieren zijn, van iedere soort wat, dan blijft de vijver vanzelf gezond. Dan hebben de mensen er geen omkijken naar. Wij wezels houden trouwens ook wel van vijvers.
Zo’n kikkertje bijvoorbeeld vinden we wel lekker. Eh leuk, bedoel ik... Eens kijken, wat zal ik er nog meer ingooien. Wat goudvissen. Wat posthoornslakken. De grote poelslak niet te vergeten. Wat zuurstofplanten...
Dat was Weesley, of ik mee ga vissen in het bos. Ik ga wel mee hoor, maar dat haakje knip ik er mooi even af. Ik zie liever een vis zwemmen, dan bungelen.
Kijk, dit is nog eens een visvriendelijke hengel! Tot wezels!