Goed. De sinus en de cosinus. Ja Maarten. Meester, mag er misschien van u een… Nee, geen u zeggen. Gewoon Wim, je en jij, heb ik al heel vaak gezegd. Nou, Wim, mag er alsjeblieft een raampje open? Raampje open, midden in de winter? Ja, frisse lucht. Ik ga toch niet middenin de vrieskou een raampje open zetten? Goed. De sinus en de cosinus. Meneer, het is echt benauwd. Welnee. Welja. Vindt iemand het benauwd? Nee toch? Ik wel. Ik ook. We willen graag een raampje open. Nou ja! Wil iedereen nou ineens een raampje open? Ja, en nog beter zou zijn als u, als je helemaal niet zou roken, Wim. Niet roken? Waarom zou ik niet mogen roken? Roken is slecht. Ja, voor mij schijnt het inderdaad nogal ongezond te zijn maar voor jullie niet. Jawel, meeroken is ook slecht, hebben ze net ontdekt. Welnee! Van roken en meeroken kan je allemaal soorten ziektes krijgen. Hartfalen, longkanker. Ja, nou weten we het wel. Er komt een tijd dat je niet meer mag roken in de klas. Wedden? Ja, ja, ja, ja, ja, dat is allemaal leuk en aardig hè? Maar nu, in de jaren zeventig, roken we lekker overal. In het ziekenhuis, mensen met een baby op schoot, op het sportveld en ook in de klas. Oké? Oké. De sinus en cosinus. Meneer, we hebben het nog steeds echt benauwd. Oké, dan. Dus u doet uw sigaret uit? Nee, ik zet een raampje open, hè? Met alle klimaatschade van dien. En zeg geen u, gewoon je en jij en Wim, heb ik wel al honderd keer gezegd. Goed. De sinus en cosinus.