Mijn naam is Lolulu. En mijn naam is Malalua. Wij wonen in Afrika. En wij horen bij de Masai-stam. Kom mee! Dan vertellen we over onze grote avonturen! Lolulu en ik gaan vandaag samen op een kameel rijden. We gaan naar een rivier, die heel ver weg is. En die steken we over, want aan de andere kant is veel te eten voor onze kamelen. We moeten het zadel stevig vastzetten, anders vallen we eraf. Oom Kandari gaat met ons mee. Oh jee, ik ben bang! ik heb eigenlijk nooit op een kameel gereden. Wat is dat hoog! We hebben hierboven een mooi uitzicht. Eerst moeten we de heuvels oversteken. Gelukkig kent oom Kandari de weg op de hete savanne. Kijk eens hoe dor alles is. We moeten steeds verder om groene planten te vinden. Kijk, daar is Naope. Ons favoriete kameeltje. Ze is altijd zo nieuwsgierig. En ze heeft hele lange wimpers. De zon is zo warm. Ik hoop dat we er snel zijn. Gelukkig mogen we meerijden. We hadden zelf nooit zo ver kunnen lopen. Ik ga nooit meer lopen! Alleen maar meerijden! De kameel laat ons afstappen. Hopelijk gaat dat goed. Dat was leuk! Eerst gaat oom Kandari de kameel melken. De verse melk moeten we samen delen. Kamelenmelk is erg zoet. En Malalua wil altijd meer drinken. Nou heb je geknoeid! Nu ben ik. Ik wil nog wat drinken. Nu leren we hoe je een kameel opdrachten geeft. Zodat er niks fout kan gaan tijdens de oversteek. Tu betekent zitten, en hup betekent opstaan. Even kijken of die kameel het ook begrijpt. Tu! Tu! Super! De kameel luistert naar ons. Oom Kandari laat zien waar we de rivier over kunnen steken. Wij moeten op Naope passen. En we hebben altijd veel lol met haar. Nu nemen de we kamelen mee naar de rivier. Ik hoop niet dat er eentje wegloopt. We blijven altijd dicht bij Naope. Eerst mogen de kamelen lekker water drinken. Dat hebben ze wel verdiend. En aan de andere kant van de rivier is lekker eten voor ze. Nu steken we de rivier over. We blijven dicht bij Naope. Gelukkig is het water niet al te diep. Kamelen zijn bang voor water. Ik hoop dat ze allemaal over durven te steken. Wij vinden het wel lekker in het water. Ja! Het is gelukt! Alle kamelen konden de rivier oversteken. En wij hebben goed op ze gepast. Geen enkele kameel is weggelopen. En aan de overkant vinden ze genoeg te eten.