Woezel, zullen we met de bootjes spelen? Ja, leuk. Dan vragen we Molletje of hij een gracht graaft. Dan doen wij daar water in. Wat een goed idee! Kom. Volgens mij is Molletje al begonnen. Molletje! Waar ben je? Ik ben hie-ier. Wat klink je ver weg! Dat ben ik ook. We willen met je spelen. Kom je naar de Tovertuin? O ja, leuk. Er staat hier alleen een muur in de weg. Dan graag je er toch onderdoor? Makkelijk toch? Oke. Ik probeer het. Hee, jongens! Deze muur is gebouwd op rotsen. Dus ik kan er niet onderdoor graven. Dan graaf je er omheen. Ja, dat is een goed idee. Dat doe ik. Ik hoor alleen maar graven. Lukt het, Molletje? Nee, het lukt helemaal niet. Ik graaf en ik graaf en ik graaf. Weten jullie wat het is? Deze muur is veel en veel te lang, jongens. O-oh.Hij gaat van de ene berg naar de andere. Ik zie het einde niet eens! Echt? Zo groot? O, hij kan er niet omheen en hij kan er niet onderdoor. Hoe moet hij nou ooit weer terugkomen? Ik denk, ik denk na. Wacht eens! Molletje, kun je misschien op de muur klimmen? Hee, dat is een goed idee. Dat ga ik proberen. Toe maar, Molletje. Je kunt het. Jaaaaa! Daar ben ik weer. Molletje, wat fijn dat je er weer bent. Ja. We willen graag met de bootjes spelen. Zou je voor ons een gracht kunnen graven? Ja. Nee, nee, Pip. Ik wil eigenlijk liever een muur bouwen in de zandbak. Ja, ik ook. Dat is leuker dan met de bootjes. Ja, maar dan niet zo'n hele lange. Nee, tuurlijk niet. Ik ben al begonnen. Hier kunnen we een mooie muur van maken. Wauw.