Ja, ja, ja, gewonnen! Oh, nou hoor, dat is niet eerlijk. Wel. Je wint altijd. Woezel, het is toch voor de leuk? Zullen we nog een potje doen? Nee. He? Alleen als molletje meedoet. Ja, wat een goed idee! Molletje! Molletje! Molletje! Molletje! Volgens mij is hij weer op reis. Hij is vast heel erg ver. Molletje! Waar ben je? Eens kijken. Het is hier groen. Ik zie heel veel groen. Oh, ben je in een bos? Daar lijkt het wel op, ja. Maar toch is het bos hier heel anders dan bij ons. Eh...Wauw! Ik zie grote groene bladen. Net grote groene pannenkoeken. Grote groene pannenkoeken? Woppa! Woppa! Wat doe je, molletje? Ik spring van pannenkoek naar pannenkoek. Woppa! Hooooo! Hooo! Heeft hij wel een zwemdiploma? Geen idee. Ik ben aan het varen, jongens! Varen? De groene pannenkoek is nu mijn bootje. Wauw, het is hier echt heel mooi. Oooh, en de geluiden zijn ook heel mooi. Hoe kom je nou weer terug, Molletje? Oh, eh... Ja, dat is een goeie. Niet over nagedacht. Ik kan niet stoppen. Ik stroom maar door. Houd je goed vast, hoor! Ja, er zit daar vast een krokodil! Ssst. Niet zeggen, je maakt hem bang. Oh wacht, ik spring er weer af. Oh, gelukkig. Hoep! Haha, molletje. Je bent er weer! Ja. Die groene pannenkoek bleef maar varen. Gelukkig zag ik net op tijd een dammetje. Molletje, zei je 'dammetje'? Wij waren net een spelletje aan het doen met het dammetje. Doe je mee? Oh, vooruit. Maar ik ben niet zo goed in spelletjes. Het is toch voor de leuk? Ja, tuurlijk! Oke. Ik kom eraan.