De Nederlandse veeteelt is groot en intensief. Dus als er iets misgaat, gebeurt dat ook op grote schaal. We lijken het land van de megastallen, waar meer dieren wonen dan mensen. Maar dat was niet altijd zo. Na de Tweede Wereldoorlog begon de gewone boer met een redelijk klein bedrijf op te schalen. De overheid stimuleerde dit. Iedereen moest genoeg te eten hebben na jaren van voedselschaarste. Ook gingen mensen meer verdienen dus dagelijks een stuk vlees op je bord was ineens een optie. Efficiëntie werd dus belangrijk maar vooral ook schaalvergroting. Grote akkers en grote stallen maakten van het boerenleven een industrie. Dit zorgde ervoor dat de geproduceerde hoeveelheid vlees, melk en eieren ongelooflijk steeg maar dat het aantal bedrijven juist flink daalde. Kortom: intensieve veeteelt. Wat ook wel nodig is, want alle dieren in de wei, dat zou niet eens passen. Nederland exporteert het grootste gedeelte van wat we in de stallen produceren. Dat legt ons economisch gezien geen windieren. Maar veel dieren dicht op elkaar zetten zorgt ook voor risico’s op ziektes, gassen en mest. De beesten die we het meeste ophokken zijn kippen. Daarvan zijn er zo’n 106 miljoen. Als we die allemaal zouden verdelen krijgt elke Nederland zo’n zes kakelende vrienden in zijn tuin. Varkens staan op 2 met 12,5 miljoen. En daarna komen de koeien waar er ongeveer 4,3 miljoen voor zijn, voor de productie van vlees of melk. Een deel daarvan zit in een van de 850 megastallen die er in Nederland zijn. Maar wanneer spreek je van een megastal? Dat verschilt per diersoort. Al dat ophokken gaat regelmatig mis. De uitbraak van de vogelgriep zorgde ervoor dat in totaal 32 miljoen kippen moesten worden geruimd. En door de varkenspest gingen er in totaal over meerdere jaren 12 miljoen varkens aan. Daarnaast kunnen al die eerder genoemde gassen voor een licht ontvlambare stal zorgen. Vanaf 2014 zijn er strengere veiligheidseisen voor alle nieuwe megastallen maar veel zijn van voor die tijd en dus een stuk minder veilig. Bij stalbranden kwamen vorig jaar meer dan 200 duizend dieren om. Gegrild voor ze ooit een kiloknaller konden worden.