Do, re, mi, fa, sol, la, ti, do! Met z’n allen nog een keer, we beginnen beneden. Do, re, mi, fa, sol, la, ti, do! Dit kennen jullie vast wel uit The Sound of Music. Kijk maar even mee. Ja mooi, he? Dat liedje is net als alle andere liedjes een muziekstuk. Een muziekstuk bestaat uit verschillende tonen en die tonen noem je noten. Als je een lied maakt schrijf je dat dus op in muzieknoten, muziektaal eigenlijk. Veel muzikanten kennen die taal. En JB kan het heel goed uitleggen. Zeg JB, hoe zit het nou eigenlijk met die muziektaal? Nou, we hebben lang geleden afgesproken met z’n allen dat we net als in gewone taal letters, een alfabet moeten hebben. En die letters hebben we net gezien dat is eigenlijk gewoon c, d, e, f, g, a, b, c. En dan kan je door. En de andere kant op natuurlijk ook. Met al die letters kun je dus woorden maken. Woorden zijn als akkoorden. Precies, heel grappig. Sommige woorden zijn heel blij en sommige woorden zijn een beetje minder blij. Een beetje verdrietig. Maar hoe schrijven we dat dan op? Nou, we hebben hier een notenbalk en dat is eigenlijk een blad papier, een regel waar je woorden opschrijft, en we hebben die letters, die kunnen we hier aan de waslijn hangen en die gaat van boven naar beneden. Dus als ik de c speel… Ja, dan schrijf ik hem op. D… Die hoort daar, die is daar, ja, ja, en dat is die. Hop. Ah. Dus als jij hem nog een keer speelt zing ik mee, zingen we met zijn allen mee. C, d, e, f, g, a, b, c. Nou, je weet het he. Do, daar start en stop je mee. Re, een hertje in het veld. Mi zijn noedels in ’t Chinees, fa, je vader is een held. Sol, de Spaanse zon aan zee, la, dat zing je soms maar zo, ti, het Engels woord voor thee, en meteen weer terug naar do. Do, daar start en stop je mee. Re, een hertje in het veld. Mi zijn noedels in ’t Chinees, fa, je vader is een held. Sol, de Spaanse zon aan zee, la, dat zing je soms maar zo, ti, het Engels woord voor thee, en meteen weer terug naar do. Dat was hartstikke leuk om met jullie te zingen! En je weet het he. Meer Muziek in de klas!
