Zonnetje, zonnetje,
Warm geel ballonnetje.
Ik vind het fijn,
Om buiten te zijn.
In je zonneschijn.
Ja!
Zonnetje, zonnetje,
Warm geel ballonnetje.
Mag ik met je mee.
Gezellig met zijn twee.
Zweven boven zee.
Ja!
En ’s avonds gaan we landen,
Op verre, verre stranden.
’s Avonds komt de maan,
Als we slapen gaan.
Zonnetje, zonnetje,
Warm geel ballonnetje.
Je maakt me blij,
Maar jouw zonne-, zonnestralen zijn te warm voor mij.
Huh?
Dag zon!
Dag.
Jammer.