Zo…Ja…Dan dit…Kijk eens! Die lagen verderop. Heeft iemand netjes voor ons gezaagd. Dat zijn houten blokken. Daar kun je toch geen hut van bouwen? Echt wel. Het moeten takken zijn, lang en dun, zoals deze. Dan doe je het toch lekker zelf? Nou zeg.
Nou nou. Wacht even Jip. Dag Pip! Dag Flip. Wat staat er op je shirt? H. Ou. T. Als je dat plakt, krijg je hhhouuuutttt. Hout. De ou is de tweede letter. Als je goed om je heen kijkt, zie je de ou. Als je een bolletje sokken naast een schoen legt bijvoorbeeld. Of een paar bloempotten. En wat dacht je van deze donuts, als je er stiekem een hap van hebt genomen? De ou.
Ja, en dan moeten die op die stokken. Hier. We moeten opschieten, snel het dak erop want het gaat regenen. Ja, klaar. Een beetje opzij joh. Dat past toch niet? Ja maar ik word nat. Hij is te klein. Als jij nou een beetje inschikt. Hout.