Hallo ik ben Jozua Douglas, ik heb het kinderboekenweekgeschenk van 2018 geschreven. Achter deze deur is mijn schrijfkamer, een kamer vol inspiratie. Ga je mee naar binnen?
Dit is mijn eerste schrijfmachine. Ik kreeg hem van mijn opa. Hier schreef ik mijn eerste verhaaltjes op. Wil je ook schrijver worden? De eerste tip die ik voor je heb is lees, lees, lees, lees zoveel mogelijk boeken. Ik vind Roald Dahl de beste schrijver ooit.
Als je veel leest, leer je vanzelf hoe een boek in elkaar zit. Een andere belangrijke tip die ik kan geven is om elke dag te schrijven, schrijf zoveel je maar kan. Begin een dagboek of een blog of schrijf verhalen in een schriftje. Hierin schreef ik vroeger alles wat ik meemaakte.
Maar je kunt natuurlijk ook een krant beginnen. Ik maakte vroeger mijn eigen krant met mijn buurjongen en één van mijn broertjes. We knipten gekke koppen en plaatjes uit de krant en verzonnen er zelf verhalen bij. Daarna kopieerden we onze krant en brachten hem rond in de buurt. We lagen zelfs bij de kapper.
Dit is mijn schrijfkistje. Hier zitten schrijfkaarten in. Op ieder kaartje zet ik een idee. Ik leg ze op de grond zodat ik een goed overzicht krijgen van hoe mijn boek gaat worden. Als ik bijvoorbeeld een verhaal schrijf over een jongen die het riool in vlucht voor pestkoppen dan kan ik vier kaarten maken.
Op de eerste kaart wordt een jongen achtervolgd door pestkoppen. Zie je hem rennen?
Op de tweede kaart kan hij geen kant meer op en klimt ie in een open riool. Op de derde kaart ontmoet de jongen een man in een duikpak die hem helpt ontsnappen en op de laatste kaart heeft de jongen een spreekbeurt over een rat. Dit is een goed begin voor mijn boek, een achtervolging maakt het meteen spannend, maar is het wel logisch? Zou een jongen van acht zomaar een rioolputje in durven?
Hij gaat natuurlijk alleen als hij heel erg bang is voor de pestkoppen.
Misschien heeft hij een rat bij zich. En de jongens willen de rat doodmaken. Maar waarom zou je een rat bij je hebben? Bij een spreekbeurt! Die spreekbeurt moet eerst. Kijk, nu is het logisch.
Als ik niet meer weet hoe ik verder moet met mijn verhaal ga ik even weg van mijn bureau. Meestal ga ik dan even in deze denkstoel zitten. Het is een fijne stoel waarin ik heerlijk kan wegdromen. Als ik veel moet nadenken, ga ik ook wel eens in bad zitten. Een eitje bakken, in de tuin zitten, even schommelen of even wandelen. Het is wonderlijk. Maar als ik even iets anders ga doen krijg ik vaak ineens een heel goed idee.
Misschien herken je het wel. Je moet een opdracht doen voor school en je gedachten zitten even helemaal vast. Nou, dan helpt het soms wel even iets heel anders te gaan doen. Je brein komt dan tot rust en je krijgt weer een heleboel nieuwe ideeën. Hele slimme mensen gebruiken deze truc. Dit is Albert Einstein. Hij was een superslimme wetenschapper en hield zich bezig met moeilijke dingen zoals de relativiteitstheorie. Als hij even vastzat ging hij altijd viool spelen.
En dit is Yoshiro Nakamatsu, misschien ken je hem niet. Maar hij heeft bijvoorbeeld een wc-briloptiller gemaakt. Deze beroemde Japanse uitvinder gaat graag op de bodem van het zwembad zitten. Hij zegt dat hij goede ideeën krijgt onder water.
Als ik echt niet meer weet waar ik over moet schrijven gebruik ik de verhalenhoed. Dat gaat als volgt. Maak eerst een stapel briefjes in drie verschillende kleuren. Begin met een stapel van wie; hier schrijf je allemaal personages op. Maak ze een beetje gek. Bijvoorbeeld een supersterke opa, een vergeetachtige dief of een verschrikkelijke tandarts.
Maak daarna een stapel van wat; hier schrijf je allemaal gebeurtenissen op, bijvoorbeeld een gevecht met een gangster, een ontvoerd meisje of vindt een schat. Als laatste maak je een stapel van waar; hier schrijf je allemaal locaties op, bijvoorbeeld een pruikenwinkel, een autokerkhof of misschien wel een vlaflipfabriek. Op deze manier kun je nog veel meer briefjes maken. Stop ze allemaal in de hoge hoed. Als je klaar bent kun je van elke kleur een kaartje grabbelen. Dan krijg je bijvoorbeeld een supersterke opa vecht met een gangster op een autokerkhof. Vind je dit geen goed idee voor een verhaal? Dan grabbel je toch nog een keer!