Nee, nee, nee ik ga niet. Ik vertik het. Majesteit, u bent niet veilig op Paleis Noordeinde. Ik laat me toch niet verjagen door een stelletje moffen? Ze willen u gevangennemen, Majesteit, u en de regering, ze zijn in aantocht. U moet hier weg. Ach, onzin! En wat weet jij daar nou van? Jij bent alleen maar minister van Defensie.
Ik verlaat mij op generaal Winkelman, onze bevelhebber, die heeft gisteren gezegd dat wij kunnen winnen. Hoort u, majesteit. We gaan verliezen. Nederland verliest nooit. Ik blijf. Ik hoor hier, punt uit. Zo koppig, niet te doen. Ah, generaal Winkelman. U bent de enige waar ik iets aan heb. Majesteit, ze zijn te sterk, de Grebbelinie is gevallen. Ach, maar wat verschrikkelijk.
Weet u dat heel zeker? Heel zeker. Dus gaat u alstublieft zo snel mogelijk met mij mee op de torpedobootjager naar Zeeland. En als dat niet lukt naar Londen. Naar Londen? U moet het verzet leiden vanuit Londen. De Poolse en de Noorse regering zit al in Londen. Iedereen gaat naar Londen. Is dat niet laf? Het liefst zou ik ze met mijn eigen handen ... Majesteit alstublieft.
Goed, als u het zegt, u bent de bevelhebber. Dan ga ik. Maar met pijn in mijn hart. But, I’II be back. Oh, we gaan maar ooit zullen we de tirannen verjagen. Ja, ja. De tirannie verdrijven, die mijn mijn hart doorwondt.