Je zou het misschien niet zo snel denken maar een kwart van ons landoppervlak is permanent bevroren. Permafrost noemen ze dat. En je zou dat ook wel kunnen zien als een enorme diepvries. Want in permafrost ligt een grote hoeveelheid dood plantenmateriaal opgeslagen. Daarnaast zitten er ook ontzettend veel verschillende microben in, zoals bacteriën. Nou, zolang de bodem bevroren is verblijven die microben in een soort winterslaap. Maar warmt de bodem op dan ontdooit de permafrost en worden de microben weer actief.
Die microben eten het organisch materiaal en scheiden broeikasgassen uit zoals CO2. Maar er zijn ook microben die een veel sterker broeikasgas uitscheiden; methaan. En de invloed daarvan op ons klimaat houden wetenschappers nauwlettend in de gaten houden.
Dit is Anniek. Ze doet promotieonderzoek aan de Radboud Universiteit en is gespecialiseerd in het onderzoeken van microben die methaan produceren.
Nou, methaan kennen we allemaal, het is het grootste bestandsdeel van bijvoorbeeld aardgas. Methaan is net zoals CO2 een broeikasgas, alleen is het molecuul groter en daardoor heeft het een nog sterkere werking. Ik zal je dat even demonstreren.
Kijk, op het aardoppervlak wordt zonlicht omgezet in voor ons onzichtbare maar wel voelbare warmtestraling. Deze straling gaat niet direct terug naar de ruimte maar botst onderweg tegen moleculen in de lucht. Als de warmtestraling tegen deze ballon met koolstofdioxide botst dan trilt hij maar heel kort. Maar een methaanmolecuul is veel groter. En kijk, als ik daar tegenaan stoot trilt hij veel langer door. Hoe groter het molecuul, hoe langer het trilt. Methaan houdt dus meer warmte vast dan CO2, maar gelukkig verblijft methaan minder lang in de atmosfeer.
Methaan heeft een korter maar intenser klimaateffect. Maar hoe belangrijk dat effect in de toekomst precies wordt door het smelten van permafrost en of het kan leiden tot een kantelpunt zijn we nog aan het onderzoeken.”
We werken met een heel team samen aan dit onderzoek. Ieder teamlid heeft zijn of haar eigen stukje. Zo neemt Ove monsters uit de bodem van smeltmeren in Alaska. En hij doet ook onderzoek naar de meren zelf.
Ove legt uit dat hij monsters neemt uit de bodem onder het meer. Maar dat juist het water in deze meren werkt als een isolerende laag waardoor de bodem eronder niet meer bevriest. Hoe warmer de bodem, hoe minder permafrost, hoe meer actieve microben, etc. Hij legt uit hoe deze meren daarmee een eigen systeem vormen die van grote invloed is op de smeltende permafrost in de wereld
Hier in het lab onderzoek ik samen met Michiel welke microben in de permafrost zitten, welke methaan produceren en hoe ze reageren op verschillende temperaturen. Hoeveel methaan produceren ze bij 4 graden Celsius en hoeveel bij 10 graden. Aangezien de aarde opwarmt is het belangrijk om te onderzoeken of er dan ook meer methaan vrij komt. We zien dat een toenemende temperatuur leidt tot een toename in methaan. En dat kan weer leiden tot een warmere atmosfeer.
In het woord wetenschap zit uiteraard het woord ‘weten’ maar wat we weten verandert ook steeds. Wetenschap gaat daarmee vooral over wat we nog niet weten. Daarom is het lastig om stellige uitspraken te doen. We denken dat de systemen die wij onderzoeken van invloed zijn op ons klimaat. En door onderzoek te doen kunnen wij erachter komen of dat ook echt zo is. En soms zelfs ontdekken we oplossingen voor de problemen die we tegenkomen. Dat maakt het zo interessant.
Beetje knutselen, beetje wandelen in de natuur… Mooi vak hoor, ik snap die wetenschappers wel. Je kan natuurlijk ook altijd presentator worden, kom je nog eens ergens. Hah… ook niet verkeerd al zeg ik het zelf.