Kan jij wat ik kan? Sluipen als een tijger. Koning Koos? Doe je ook mee? Ik? Ja, leuk! Oh. Maar hier ligt nog zand. En daar ligt nog zand. En nouja, vegen is ook fijn. Maar we doen dierendansen, jij mag hem zijn! Echt waar? Maak plaats! Kan, kan, kan jij wat ik kan? Schudden met je billen als een olifant! En schudden met je billen als een olifant! Bravo! Hahaha. Wat zeg je Toet? Toet zegt: kwaak grom grom. Ahh. Kwaak, grom gom!
Ik ben een kikker, kwaak kwaak
Ik ben een kikker, kwaak kwaak kwaak
Ik kan zwemmen, ik kan kwaken
Ik kan kikkersprongen maken
Ik ben een kikker, kwaak, kwaak, kwaak
Ik ben een tijger, grom grom
Ik ben een tijger, grom grom grom
Ik kan brullen Ik kan mauwen
En ik grijp je met mijn klauwen
Ik ben een tijger grom grom grom
Wij zijn spinnen ieh ieh
Kriebelspinnen ieh ieh
We kriebelen je tenen en je benen
Ik wou dat ze verdwenen
Wij zijn spinnen ieh, ieh, ieh