Humor is zeker niet grenzeloos. Er zijn altijd grenzen aan humor, er zijn juridische grenzen. Maar eigenlijk, als we het over de grenzen van humor hebben en over wat wel of niet kan, hebben we het meestal over morele en sociale grenzen. Dus waarvan vinden wij zelf dat wat er wat nog wel kan en wat niet kan? Humor gaat altijd ook een grens over maar als je te ver gaat dan kunnen mensen er ook aanstoot aan nemen. Dus het is nooit zo geweest dat er over alles en iedereen in hele harde bewoordingen maar grappen gemaakt konden worden. Het lastige van humor is ook dat grappen of ze nou wel of niet racistisch bedoeld zijn, dat ze ook op verschillende manieren geïnterpreteerd kan kunnen worden. Dus het ligt er ook erg aan wie je publiek is. En als humor onderzoekers noemen we dat wel het Archie Bunker Effect En Archie Bunker dat heel lang geleden, maar in de jaren zeventig had je een sitcom die heette in de familie en het hoofdpersonage uit die sitcom was Archie Bunker en dat was nogal een racistische arbeider. En daar zaten dus heel veel racistische grappen in die serie maar ook wel bedoeld om die Archie Bunker zelf die racisten te ontmaskeren. Maar ze hebben onderzoek gedaan naar wat televisiekijkers nou van Archie Bunker vonden. En wat bleek toen? Dat liberale televisiekijkers die gingen mee in de ironie. Maar conservatieve televisie kijkers, die vonden Archie Bunker eigenlijk een held. Oftewel, ook al ben je een antiracistische televisiemaker die racisme juist op de hak wil nemen, er kan ook een publiek zijn dat denkt oh eindelijk eens iemand die het zegt en die het kan zeggen. Want onder het mom van humor kun je net iets verder gaan. Dat is het Archie Bunker effect.