Indonesië is een land in Zuidoost-Azië. Het ligt midden op de evenaar. Indonesië bestaat uit grote en kleine eilanden, meer dan 17 duizend bij elkaar!
Verspreid over al die eilanden wonen 250 miljoen mensen. Het grootste eiland van Indonesië is Java. Hier ligt ook de hoofdstad van Indonesië, Jakarta. Het is een enorme stad, met maar liefst 25 miljoen inwoners.
Indonesië heeft een tropisch regenwoudklimaat. Het is er altijd rond de 30 graden. Maar het is er niet alleen warm, het regent er ook heel veel. In oktober begint het regenseizoen, de moesson.
Het kan dan korte periodes heel hard regenen.
De eilanden van West-Indonesië zijn bedekt met dichte tropische regenwouden.
Hier leven allerlei exotische dieren.
Op de eilanden Sumatra en Borneo vind je de enige nog in het wild levende orang oetans.
In Indonesië zijn veel regenwouden door mensen gekapt of verbrand om plaats te maken voor grote plantages. Dat heeft niet alleen gevolgen voor de dieren die daar leven, maar ook voor de mensen. De ontbossing zorgt voor erosie van de bodem, waardoor het land minder goed beschermd is bij overstromingen. Bovendien komt er bij het kappen van de bossen veel CO2 vrij, en dat draagt weer bij aan het broeikaseffect.
Er zijn veel vulkanen in het land. Dat komt doordat Indonesië op het breukvlak van drie aardplaten ligt. Soms barst zo’n vulkaan uit en moeten de mensen vluchten voor de lava en de aswolken.
Dit is de Bromovulkaan op Java.
De Islam is het belangrijkste geloof in Indonesië. Indonesië is zelfs het land met de meeste moslims in de wereld.
Maar er zijn ook andere religies.
Op Bali zijn de meeste mensen hindoeïstisch. Zij brengen elke dag kleine en grote offers aan de goden bij tempels of gewoon op de stoep voor hun huis.
En dan is er ook nog een kleine groep christenen.
Het christelijke geloof werd in Indonesië verspreid door missionarissen uit Europese landen zoals Nederland.
Vanaf 1600 varen veel Nederlandse handelsschepen van de VOC naar het eilandenrijk in het verre Indië om te handelen in koffie, suiker en specerijen. De Nederlanders trekken steeds meer macht naar zich toe. Van 1815 tot 1949 komt Indië onder Nederlands bewind. Het is dan een Nederlandse kolonie: Nederlands-Indië.
Indonesië is een ontwikkelingsland, maar de laatste decennia heeft de economie zich sterk verbeterd. De meeste mensen werken in de landbouw, de visserij en de industrie.
Maar het toerisme is ook een belangrijke inkomstenbron, vooral op Bali. De groene rijstvelden, mooie stranden, en het gunstige klimaat trekken elk jaar veel toeristen.
In Indonesië zijn veel mensen analfabeet. De meeste Indonesiërs wonen in eenvoudige huizen. Bij de grote steden zijn ook uitgestrekte sloppenwijken waar veel mensen onder armoedige omstandigheden dicht op elkaar wonen.
Indonesië is een republiek met een president aan het hoofd van de regering. De eerste president was Soekarno. Het land gaat elk jaar een beetje vooruit, maar er is veel corruptie, waarbij machthebbers misbruik maken van hun belangrijke positie.
Indonesië mag in economisch opzicht dan niet heel rijk zijn, de cultuur is dat wel.
Indonesië, en met name Java, staat bekend om zijn textiel: batik. Lappen stof worden bewerkt met was en daarna ingekleurd met verf.
Ook dans en toneel spelen een belangrijke rol in het leven van Indonesiërs. Er wordt gedanst om boze geesten te verjagen en om verhalen te vertellen. Een bekende dans is de Balinese barong. Deze dans verbeeldt de strijd tussen goed en kwaad. Indonesië is dus niet alleen een kleurrijk land qua natuur, maar ook qua cultuur.