Stel je voor dat er geen oorlog is en dat we allemaal in vrede met elkaar zouden leven. Mijn naam is Ileen en ik ben 10 jaar. Toen ik klein was, kon ik mij niet voorstellen hoe het is om in vrede te leven. Drie jaar geleden ben ik namelijk gevlucht. Gevlucht uit de oorlog in Syrië, naar Nederland toe. Samen met mijn familie. En daar wil ik jullie wat meer over vertellen. Voordat ik geboren werd, was Syrië een vrij land. Dat vertelt mijn familie altijd en we hadden het thuis goed. Mijn vader had een eigen bedrijf en daarvoor reisde hij de hele wereld over naar China en zelfs naar Nederland. Maar toen brak de oorlog uit en niet veel later werd ik geboren. Ik zal het geluid van de vliegtuigen die boven ons huis vliegen nooit vergeten en het geluid van de explosies van bommen om ons heen, wel vier keer per dag. Dan moesten wij snel naar de kelder om te schuilen. Twee keer is ons huis beschoten en heel veel van ons huis was opeens weg. En toen ik zes jaar oud was, viel er na een explosie een steen door mijn slaapkamerraam, waardoor ik dood had kunnen gaan. Nu we veilig zijn, kunnen we er gelukkig om lachen. Ik kon maar één keer per week naar school. Soms twee keer. Maar het was heel anders dan hier, want spelen met vriendjes en vriendinnetjes? Dat kon niet. We gingen wel vaak naar familie toe. Als we het bij elkaar waren, dan leek het even alsof er niks aan de hand was en vergat ik even om bang te zijn. Mijn familie wist uiteindelijk ook om mijn broer Mohammed naar Nederland te sturen. Hij was toen 16 jaar. Wij zouden dan later naar hem toe kunnen komen en hopelijk samen veilig in vrede leven. Zouden we allemaal ook weer echt naar school konden. Dat was dan weer de droom van mijn vader en mijn moeder. Maar vlak na dat mijn broer naar Nederland was gevlucht, gebeurde een ongeluk. Ze hadden een bom onder de auto van mijn vader geplaatst en net zo lang gewacht tot hij zijn ouders broer naar buiten kwam. Mijn broer raakte gewond. Mijn vader overleed. Ik was toen zes jaar. Na de dood van mijn vader, zijn mijn moeder, mijn ouders, mijn broer en ik ook gevlucht op weg naar Mohammed. Toen ik hier aankwam, zag ik mijn broer Mohammed weer. Ik had hem toen drie jaar niet gezien. Ik geloof dat ik nog nooit zo blij ben geweest. Blij om mijn broer weer te zien. Blij dat we allemaal veilig waren. Blij dat we weer opnieuw mochten beginnen. Dat ik weer naar school kon. Dat ik later hopelijk kan studeren. Want ik wil graag apotheker of scheikundige worden. Dat ik hier in vrede kan leven en blij dat ik het geluid van de oorlog, de bommen en explosies niet meer hoef te horen. Ik ben iedereen in Nederland heel dankbaar dat wij hier mogen wonen in een stad met heel veel bloemen, waar zelfs de koning woont, waar ik heel veel verschillende vriendjes en vriendinnetjes heb, met wie ik gewoon kan spelen zonder bang te zijn. Wij werken in vrijheid, wonen samen met mijn broers en met mijn moeder die nu opeens ook de rol van vader heeft. Bij alles kan ik zeggen wat ik wil. En soms zelfs boos kan zijn. Dat durfde ik vroeger namelijk niet. Ik wens vandaag dat we in de wereld stoppen met vechten en stoppen met pesten als ze lief zijn voor elkaar. Dan kunnen we in vrede leven. Dank jullie wel.