Van alle slakken die in Nederland voorkomen, is de tuinslak wel de bekendste. De tuinslak herken je aan hun slakkenhuisje. Het huisje beschermt de slak tegen vijanden. En het zorgt er ook voor dat zijn zachte, slijmerige lichaam niet uitdroogt. De huisjes hebben verschillende kleuren: geel, bruin of roze, met of zonder strepen.
Ook herken je een tuinslak aan zijn 4 voelsprieten, De bovenste 2 zijn oogjes. Hier zien ze niet zo goed mee. De onderste 2 gebruikt hij om de boel af te tasten en om mee te proeven.
Tuinslakken hebben geen pootjes: Ze glijden over de grond en laten daarbij een slijmspoor achter.
Niet iedereen is blij met slakken in de tuin, want ze eten vaak blaadjes van planten en bomen op. Via hun mond happen ze in het blaadje en met hun rasptong raspen ze dan het voedsel.