Buiten is het nu een graad of 20. Maar hierbinnen ligt een ijsbaan met keihard ijs van 10 graden onder nul. Hoe doen ze dat? Om ijspret in de zomer mogelijk te maken moet er wel een enorme koelinstallatie aan het werk zijn.En dat is ook zo. Als je goed door het ijs heen kijkt, zie je dat het maar een paar centimeter dik is en op een betonvloer ligt. Dat is niet zomaar een vloer. In de vloer zit namelijk een netwerk van 120 km aan pijpen en buizen. En daar stroomt een vloeistof doorheen: koelvloeistof! Gewoon water bevriest bij 0 graden Celcius. Maar koelvloeistof doet dat niet. Kijk, het is nu -7 graden Celsius. En het is nog steeds niet bevroren. Het wordt pas stroperig bij -25 graden. Als je die hele koude vloeistof door de leidingen laat stromen wordt het beton zo koud dat het water dat erop ligt bevriest. Het werkt net als een vloerverwarming, maar dan met kou. Vloerverkoeling, eigenlijk. Een raar idee dat je met de ene vloeistof de andere vloeistof kan laten bevriezen. Maar het werkt. De koelvloeistof moet afgekoeld worden. En dat gebeurt hier. Dit is een gigantische vriezer waar de vloeistof door gaat. De vloeistof neemt de kou mee en geeft die af aan de ijsbaan hierboven. IJs is bevroren water. Dat is niet zo moeilijk. Toch is het ene water het andere niet. Het water dat hier ligt, is namelijk voorbehandeld. Het grondwater wordt hier opgepompt en met deze enorme filters extra gezuiverd.
Zuiver water geleidt de kou veel beter dan vies water dus je krijgt en veel beter ijs mee. En dan volgt de speciale ijsmakerstruc. Dit is letterlijk en figuurlijk een black box. Hier worden extra mineralen aan het water toegevoegd. Waarom? Met die extra mineralen kan de kristalvorming van het ijs worden beïnvloed. Hoe? Ik heb geen idee. Welke mineralen? Dat is het ijsmakersgeheim. De dikte en de gladheid van het ijs worden bijgehouden... door een legendarische machine, de Zamboni. Met een heel scherp mes schraapt hij de toplaag van het ijs af. En gelijk daar achteraan spoelt hij er een dun laagje warm water overheen. Dat water bevriest gelijk. En daardoor krijg je een spiegelglad nieuw laagje ijs. De hele schaatsbaan is ingedeeld in zes vakken die apart van elkaar gekoeld kunnen worden. Beert, jij bent de ijsmeester. Maak je daar vaak gebruik van? Niet zo heel vaak. Vooral voor de 500 meter sprint. Dan maken we de uitgaande bocht wat warme zodat de schaatser wat sneller door de bocht kan.
Is er rivaliteit tussen ijsmeesters? Nou, wel een beetje. Wij willen toch wel het snelste ijs van de wereld hebben. Dus ijs maken is eigenlijk ook een beetje een wedstrijd. Wel een beetje, ja.