Bij het maken van een rolstoel komt heel wat techniek kijken. Een rolstoel moet niet te zwaar zijn, daarom wordt hij van aluminium buizen gemaakt. Aluminium is een licht metaal. Doordat de buizen hol zijn van binnen, wordt de rolstoel nóg lichter. De buizen worden eerst precies op maat gezaagd en daarna in de juiste vorm gebogen. Dit moet heel precies gebeuren, want anders past de rolstoel straks niet goed in elkaar.
Door de buizen aan elkaar te lassen, wordt het frame gemaakt. Degene die last draagt een bril, en dat is met een goede reden: lassen zonder bril is namelijk erg gevaarlijk voor je ogen! Het licht dat door lassen ontstaat, kan je ogen namelijk beschadigen. En...zo’n vonk in je oog…dat doet erg zeer! Door het lassen smelten de onderdelen aan elkaar en ontstaat er een verbinding die niet meer los kan: een materiaalverbinding.
Nu is het tijd om de wieltjes te bevestigen. Het is wel handig dat ze eventueel nog los kunnen. Bijvoorbeeld voor als er eentje kapot is en vervangen moet worden. Daarom wordt daarvoor een vormverbinding gemaakt, met schroefjes en boutjes. De wieltjes zijn niet van metaal, maar van rubber, want daardoor rolt de rolstoel makkelijker. Het kleine achterwieltje… een kussentje voor in je rug… en eentje voor onder je billen… Dit kussentje zit vast aan een klittenbandje, zodat hij niet snel losraakt. De verbinding tussen het kussentje en de stoel heet een voorwerpverbinding. Als laatste de grote wielen…en de rolstoel is klaar…Nu kan de rolstoelgebruiker er alles mee doen wat hij wilt…
Zoals dit (ROLSTOELDANSEN), of dit…(ROLSTOELBASKETBALL)….of zelfs dit (STUNTJONGEN)