♪Hallo daar ben ik weer, ik ben Flip de Beer, bij wie mag ik logeren? Wie is dat deze keer?♪
Hallo allemaal. Vandaag mag ik meedoen met gym. En ik zit bij Thomas. Thomas, die zit in een rolstoel, want zijn benen doen het niet zo goed. En er zijn ook andere kinderen die in een rolstoel zitten. En de andere kinderen, die lopen.
Even kijken of ie ertussen past, of Flip niet een te dikke buik heeft.
Te dikke buik?
Volgens mij wel hè.
Oh, het riempje zit gewoon te strak.
Succes.
Zo, ik zit goed. Lekker stevig.
Oh, wat wordt daar goed samengewerkt!
Zo, dat kan jij goed Thomas! Zo, tussen die dingen door. Ah, je moet zorgen, dat die ballen erop blijven liggen. En jij moet duwen met je handen hè, dan gaat je stoel vooruit.
Tara, rijd nog maar een stukje verder.
Goed zo.
Verder, verder, verder, verder.
Dan moet je zeker wel sterke armen hebben?
Kom maar, kom maar. Je doet het hartstikke goed.
Wow! Goed zeg!
Oh jee, Frederique is in het water gevallen!
Sara heeft een elektrische rolstoel, want zij kan niet zo goed haar handen gebruiken. En zo kan ze toch sturen. Wat kan jij dat goed, Sara! Zo soepeltjes! Het ziet er heel makkelijk uit. En ook nog achteruit! Wow zeg! Nou mag zij.
Oh, dat gaat goed Dominique en Maud! Ja, achteruit.
Houd maar goed vast hè, want dit is echt moeilijk. En jij gaat snel! Goed hoor! En Sara, wat gaat Sara doen? Gaat zij ook over een wip met de stoel? Wow!
Ja, ik heb je vast, er gebeurt niks. Je doet het hartstikke goed Sara.
Goed zeg! Wow!
Ik vind jullie allemaal knap hoor!
Nou, ik ook hoor. Ik denk niet dat ik dat zou kunnen met zo’n stoel.
Naar achteren zitten, go! Ja, goed zo Thomas. Gebruik al je spierballen.
Duwen, duwen, duwen, duwen! Duwen! Ik kan niet eens helpen duwen joh.
Wat ben je sterk!
Ik kan je alleen maar aanmoedigen. Zet ‘m op Thomas! Zet ‘m op, je kunt het! Ene, tweeë.
Goed zo, naar achteren in je rolstoel.
Ja, hij kiept, jee! Gelukt, goed zo!
Vond je het een beetje spannend?
Ja!
En Flip?
Ja, nou, mwah.
Achteruit hè Thomas.
Ho, een botsing.
Even wachten Maud. Maud, okay, naar achteren. Yes.
Achteruit. Goed sturen, ga maar achteruit Thomas.
En Sam zit op de bank. Sam is klaar met zijn rondje.
Het gaat goed. Goed sturen.
Was jij niet al klaar met je rondje? Ja hè?
Wow. Wat kan je dat snel zeg! En zonder de bank aan te raken. En nu over de mat, ene, tweeë, hoepakkee. Goed zeg! Wow! Dat is klaar.
We gaan een tikspelletje doen.
Aha!
En jullie zijn de boeven.
Ja!
Maar ik ben de politie! Ik ga jullie natuurlijk niet zomaar naar je huis laten gaan. Ik ga jullie proberen te tikken. En als ik je tik, dan geef je je zakje met geld aan mij.
Okay.
Boeven, zijn jullie klaar?
Ja!
Ja!
Ons ga je niet tikken! Thomas, zet ‘m op hè.
Flip, doe je mee?
Ja, ik doe zeker mee!
Als ik “go!” zeg hè, 3, 2, 1… go!
Go! Go Thomas! Thomas, let goed op. Laat je je niet tikken! Oh, we kunnen erlangs, ja. Ja, we kunnen erlangs! Jeee! Hoehoeh! Zakje erin. Hopakkee. Yes, goed gedaan!
Dag, tot de volgende keer!
Dag, tot de volgende keer!