Haha. Straks vangen we nog een meeuw. Hee, jij vist ontzettend graag. Wat is er zo leuk aan vissen? Eh, nou, dat soms... zijn de vissen wel heel groot. Soms zijn ze heel klein, dan heb je best wel veel pech. Als ze heel groot zijn, is het heel leuk om te doen. Wat is de grootste vis die je ooit hebt gevangen? Snoek. Hoe groot is dat? Eh, nou, ongeveer zo groot. O! Jouw vraag gaat over vissen. Ja. Wat is jouw vraag? Hoe weten ze nou welke vissen er in de Waddenzee leven? Oee. Dit is het NIOZ, het Nederlands Instituut voor Zee-onderzoek. Hier bestuderen ze al bijna 60 jaar de vissen in de Waddenzee. Het NIOZ ligt op het eiland Texel. Hai. Hoi. Saskia. Susanne. Hoi, Justin. Suzanne. Welkom. Dank je wel. Samen met onderzoeker Suzanne gaan Justin en Saskia... meteen de Waddenzee op. Dat gebeurt met een klein bootje. Het wad is heel ondiep. Wat is er zo uniek aan de Waddenzee? In principe is het gewoon heel veel water. Ja. Wat er zo uniek is aan de Waddenzee, is dat er veel jonge visjes hier opgroeien. Die komen hier binnen als hele kleine larfjes. Die groeien hier op en gaan als ze groot zijn... dan gaan ze weer de Noordzee op. Dat is eigenlijk zo uniek aan de Waddenzee. Hoe weten ze welke vissen er in de Waddenzee leven? Dat kun je natuurlijk op meerdere manieren doen. Hoe wij het hier doen, we hebben twee fuiken... in de Waddenzee staan. Wij vangen vis. We gaan elke dag met deze boot de fuiken legen. We kijken welke soorten vissen erin zitten. Is dit waar de fuik ligt? Ja. Dit is de fuik. En hoe een fuik werkt... We hebben een schutwand met netten. Die gaat van de pier af naar voren toe. Daar zwemmen de vissen tegenaan. En dan zwemmen ze zo de fuik in. En dan komen ze niet meer eruit. We willen zoveel mogelijk vissen vangen, zoveel mogelijk soorten. We hebben nu de fuik aan het einde losgemaakt. We hebben de boot nu naast de fuik neergelegd. Heb je al iets gezien? Nee? Je moet hier best spierballen voor hebben. Ik zie wel wat vissen. Ja? Hier, krabben. En een kwal. O, ja. Ik zie een platte vis. Ja, platte vissen. Dat is een schar. Daar gaan ze. Zo veel vang je er niet in een keer met je hengel. Nee. Nee, haha, dit zijn er best wel veel! Nou, een ding weet ik wel over het wad, er zit genoeg krab. Yes, we hebben van allerlei soorten vissen. We hebben hier een platvis. Een schar. En je voelt dat die helemaal ruw is. Moet die hierin? Ja, doe maar in de bak. Als je zo'n vis vangt, en er zit een krab bij... hoe kunnen ze je dan niet bijten? Nou, kijk, krabbetjes kun je heel rustig vasthouden. Zie je. Kijk. Wauw! En die krabben, gaan die ook mee? Die tellen we en die gooien we ook weer terug. Dat zijn er aardig wat vandaag. Ja. Zit er vandaag iets speciaals bij? Iets wat je bijna nooit vangt? Eh... even kijken. Een poon. Is dat iets speciaals? Ja. Wel speciaal. Dit is denk ik de tweede dit jaar. O! Had je die ooit gezien? Nee. Neem je al die dooie vissen ook mee? Ja, die nemen we ook mee. Die zijn door krabben... Aangevroten. 62. 62. Ik ga voor ietsje meer, ik ga voor 80. Ik denk... 130. 130?! 17... Haha. 58... 159 krabben. 159 krabben! Yes! Wow, oke. Dit is officieel het grootste aantal krabben dat ik ooit bij elkaar zag. Ik ook. De vissen zitten in de boot. En de krabben, die gaan weer overboord. Dag krabben! Vaarwel! En zwem niet weer in die fuik! Niet laten vallen, he. Tijd om de vissen verder te onderzoeken. Daar komen ze. Wat gaan we nu precies doen? Nou, we leggen ze eerst allemaal bij elkaar. Soort bij soort. Hier is een haring. Ook weer een haring. Nu gaan we ze allemaal meten. Je legt ze met het bekje tegen de rand. En waar het staartje in een vak komt, zo lang is hij. Dus hij is 19 centimeter. Waarom meten ze dit eigenlijk? Nou, we willen per soort die we vangen... meten wat de lengte is van de individuen. Het liefst willen we alle lengtes hebben. Kleine, middelgrote en grote vissen. Zodat we de gehele populatie van vissen en soorten... in kaart kunnen brengen. Alle gegevens over de lengte en het gewicht van de vissen... komen in de computer. Dit geeft het NIOZ een beeld van de visstand in de Waddenzee. De volgende is...5. Hoeveel centimeter? Ik denk ongeveer 24. 24 centimeter. Gaat die mee naar het lab? Ja, die willen we mee hebben. Van elke soort gaan er drie vissen mee naar het laboratorium. Waar ze verder worden onderzocht op leeftijd en eetgedrag. We zetten het hier neer. Het eerste wat we doen... de otoliet van de vis willen we hebben. Dat zijn gehoorbeentjes van een vis. Wat zo belangrijk is daaraan... is dat we aan de hand van de gehoorbenen... de leeftijd van de vis kunnen bepalen. Aan de hand van ringtellingen, zoals bij een boom. Een boom heeft ook zoveel ringen. Als een boom bijvoorbeeld vijf ringen heeft, is-ie vijf jaar. Bij vissen kun je dat net zo doen. Otoliet. Van een wijting. En als je 'm tegen het licht houdt... zie je hier duidelijke ringen die we in otoliet kunnen zien. Dat zijn jaarringen. Dus deze is... iets ouder dan een jaar. Deze vis hebben we, we weten hoe Audi oud die is... maar we mogen nu ook in zijn maag kijken. Wat zit er in, denk je? Andere kleine vissen. Ja, zullen we gaan kijken? Zo. En dat ga je er nu uithalen? Ja, dat ga ik eruit snijden. Dit is zijn maag. Nou, laat maar zien. Want hier zie je een staart van een garnaal. Deze vis heeft een garnaal gegeten. Waarom wil je weten wat er in zijn maag zit? Nou ja, wat er in zijn maag zit, dat eet die vis. Dat zegt iets over waar deze vis zich in de voedselketen... van de Waddenzee bevindt. Stel, deze vis heeft kleine visjes gegeten... dat betekent dat deze vis ietsje hoger in de voedselketenladder zit.. dan de visjes eronder. Dat geeft ons nog een beter beeld van hoe de hele Waddenzee... eigenlijk in elkaar zit. ONTSPANNEN MUZIEKJE Wat is dan de grootste vis in de Waddenzee? De grootste vis in de Waddenzee... dat is de grootste die ook echt hier gezien is, de reuzenhaai. Die is hier gezien en die was 6 meter. In dit water?! Ja, in dit water. Zou je die durven vangen, Justin? Nee, ik durf hem wel te vangen, maar niet eraf te halen. Nee.