Wat een rust hé….
Zou je denken, de rust is hier op deze vierkante meter en daar begint de chaos. De drukte, want misschien ken je ze nog wel, onze buitendienstbijtjes. Dat zijn er echt duizenden. En er is er eentje, dat is de grote eindbaas, de koningin. Zij heeft het voorrecht om seks te hebben en eitjes te leggen. Ze is behoorlijk vruchtbaar want ze legt er wel 2000 per dag. Uit die eitjes komen de gewone bijtjes. Wat die doen is schoonmaken, de koningin verzorgen, het nest bouwen en honing maken natuurlijk.
Bzzz. Bzzz. Ik ben een bij. Ik ben een bij. Goed. Bijen zijn dus onwijs druk met eten zoeken, oftewel nectar uit bloemen. Kom maar mee.
Met hun tong zuigen ze daar de nectar uit. Dan hebben ze de nectar in hun mond en dan heb is er een andere werkbij, heb ik even een vrijwilliger nodig a.u.b. en ze spugen de nectar in de bek van een andere bij. Ze kauwen er even lekker op die nectar, vermengt het met zijn eigen speeksel en kotst het weer omhoog in een van de vakjes van de raat. En dan heb je honing. Oftewel gewoon bijenkots. Dat wil je dus weer uit die raat halen en daar heb je een imker voor nodig. Dit is Herman, imker. Oke wat gaan we daarmee doen? Meenemen, slingeren. Die raten gaat ontzegeld worden en in de honingslinger en dat doet mijn vrouw altijd. Goede taakverdeling. Met de ontzegelvork gaan we de dekseltjes die de bijen erop hebben gemaakt eraf halen. Dat geluid. IN dit apparaat gaan we de raampjes heel hard ronddraaien. Oh die geur! Dit is het lekkerste windje dat ik ooit in mijn gezicht heb gehad. En dan is nu het heugelijke moment daar. Hier hebben we dan de enige echte Buitendienst bijenkots. Gatverdamme wat lekker.