Kijk, daar in de verte aan de horizon zijn de Marker Wadden. Wat zijn dat eigenlijk? Dat zijn vijf nieuwe eilanden die wij maken in het Markermeer. Natuureilanden. Waarom zou je dat eigenlijk willen? Omdat er heel weinig natuur is in de Marker Wadden zelf. Weinig vissen en weinig plantjes onder water. Wij willen daar verbetering in brengen. Kijk, dat is een baggerschip, toch? Ja, een cutterzuiger. Een wat? Waarom een cutterzuiger? Cutter is snijden. A, die heeft zo'n boorkop! Ja, precies. De boel die hij net heeft losgesneden...slurpt-ie op en perst-ie in die pijpleiding. Wat haalt hij uit de grond? Gewoon zand? Ja, zand en klei. En veen, ook. Alles wat in de bodem zit onder het water haalt hij naar binnen. Daar komen de nieuwe eilanden van. Zo. Hoppa. Goed zo. Nou, welkom op het eiland. Het is een wonder! Voet aan wal. Ja. Hee! Zo moet het eruit gaan zien? Ja, over een jaar of twee, drie. Dit is een beetje de Marker Wad berg. Ja, dit is het hoogste punt van het eiland. Sodeju! Ik vind dit de perfecte plek voor, eh...Ja. Kom maar met de strandstoel. Heel goed. He, jongens. Ik zit te genieten hier aan de Hollandse costa. Ik vind het alleen qua natuur een beetje karig. Dat is waar, maar we zijn nog maar net begonnen. Want hoe zit het? Hoe bouw je een eiland, waar begin je mee? Je begint met het maken van zanddijken. Wat we hier zien? Ja, al deze dijkjes. Die sluit je dan aan, in een soort cirkel. Ja, zo. Het is eigenlijk heel simpel. Wij zitten zo op de rand. Ja, op zo'n zanddammetje. En vervolgens? De truc is dat je hem moet vullen. Die cuttersucker? Ja. Die brengt klei, veen en slib tussen de dijkjes. Dat moeten we halen om hierin te doen. Even baggeren, we zijn zo terug! Tot zo. Yo. Even kijken...Drijfzand. Hier moeten we zijn. Ja. Levensgevaarlijk. Als ik... Als ik niet meer terugkom... Ik ben bij je! Zeg dan tegen Kiefer dat ik van hem hou. Dit moet het dan toch zijn. Zo, goed. Ah, lekkere blubber! Hoppa. Kom maar. Kijk! Ja, oke. Dat moet dan hierin, toch? Ja, dat moet tussen die zanddijkjes. Maar nu de hamvraag: Waarom is die ring van zand en moet er slib in? Zonder die dijkjes loopt al dat slib gelijk weg. Dat is heel dun en vloeibaar. En dan kun je geen eiland bouwen. Waarom geen eiland van zand? Omdat daar weinig op groeit. Is die slib vruchtbaar? Heel vruchtbaar. Oke. Hoe lang duurt het voordat zo'n eiland een beetje begroeid is? Dat duurt wel een jaar of twee, misschien wel iets langer. Dus over twee jaar...Dan is het hier allemaal groen van riet en kleine struikjes. En gras, dan groeit er echt van alles. Dus als ik hier twee jaar op dit handdoekje blijf zitten dan zit ik midden in de bosjes...Ja, dan is er allemaal riet en het eiland is vol met planten. Oh! En vogels natuurlijk. Heel veel vogels. Wij hopen dat er roerdompen komen bijvoorbeeld. En karekieten. En een heleboel sterns en meeuwen zullen er zijn. Aalscholvers, lepelaars. Lepelaar! Dat is toch zo'n vogel met zo'n grote snavel? Ja. Die heeft een soort schepje aan z'n snavel. Net een lepeltje. En waarom hoop je op die? Omdat die in Nederland zeldzaam zijn. En omdat we gebieden maken die heel geschikt kunnen zijn voor lepelaars. Waarom is dit zo'n geschikt gebied voor de lepelaar? We gaan hier ondieptes maken, in zoet water, van 20 centimeter diep of zo. Dan kan hij met zijn snavel door het water heen. Op zoek naar kleine kreeftjes en wiertjes die hij kan eten. Zo loopt hij wadend door zo'n waterplas heen. Hoe ga je die lepelaars hier krijgen? Hang je bordjes op me 'Voor helder zoet water derde afslag rechts'? Nee. Dat zou niet werken. Lepelaars overwinteren in het zuiden. Als ze in de lente terugkomen, zien ze dat er nieuwe gebieden zijn. En dan blijven ze hier. Maar stel je even voor...Als lepelaar kom je uit Zuid-Spanje vliegen. Kom je in Nederland, denk je: Asjemenou, er is een eiland bij! Ja. Wij komen over twee jaar terug. Ja. Dan gaan we de lepelaar bekijken. Goed plan. Komen we ook via Zuid-Spanje. Deze kant op! Ar, wil jij even de spulletjes voor ons meenemen zo? Is goed joh. Oke, dank je wel. Tot over twee jaar!