Is dit een stel takken, een stuk wrakhout of een bijzonder kunstwerk? Niets van dat alles. Dit is het hol van een bever. Hier wonen bevers. De bever is het grootste knaagdier van Europa. Deze dieren hebben heel sterke tanden. Ze kunnen zelfs een boomstam doorknagen.
Hamsters en cavia’s kennen wij beter. Dat zijn ook knaagdieren en ze zijn familie van de bever.
Maar bevers zijn veel groter en zouden niet graag in een kooi wonen. En er zijn nog meer verschillen. Bevers zijn waterdieren. Ze kunnen uitstekend zwemmen en duiken. Bij het zwemmen gebruiken ze hun zwemvliezen. Hun brede staart is het roer. Daar sturen ze mee.
Op het land zijn bevers traag en onhandig. Ze passen beter in het water. Een bever kan bijna een kwartier lang achter elkaar onder water blijven.
Hun vacht is heel erg geschikt voor het leven in het water. De vacht is waterdicht, net zoals onze regenjas.
’s Zomers eten bevers groene bladeren van bomen die langs het water staan. Eerst knabbelen ze aan de boom tot die in het water valt. Dan bijten ze de takken af en daarna pellen ze de schors van de stam. Omdat er ’s winters geen groene bladeren zijn, leggen bevers ’s zomers voorraden aan. Dan hebben ze ook eten in de winter. Takken bewaren ze op een speciale plek naast hun hol. Aan een dikke boomstam kunnen ze dagenlang knabbelen tot die op de grond valt.
Bevers houden van gezelschap. Ze wonen in grote groepen bij elkaar. Elk jaar krijgen een mannetje en een wijfje, een vaderbever en een moederbever, ongeveer drie jongen. Het jaar daarop, als de jongen iets ouder zijn, zorgen die weer voor hun jongere broertjes en zusjes. Bij bevergezinnen hebben de jongen de taak om het hol netjes en schoon te houden. Doe jij dat thuis ook?