In 1740 zijn er al schaatsfanaten die in 1 dag alle elf steden van Friesland afgaan. Als bewijs halen ze in elke stad bij de plaatselijke kroegbaas een krabbeltje. En misschien nog wat zopie d'rbij, om een beetje op te warmen. Proast!
In 1890 zet sportpionier Pim Mulier op eigen houtjes de eerste enigszins officiële tijd neer. In 1909 is hij ook de drijvende kracht achter de eerste echte Tocht der Tochten, met toen nog maar 22 deelnemers. Zij gaan netjes in pak de steden langs om stempeltjes te scoren. En na deze editie is de ijsbeer pas echt los: de tocht wordt elke keer groter en populairder, vooral ook buiten Friesland, waar de Elfstedenkoorts vaak al toeslaat als de rayonhoofden nog lekker op hun luchtbed liggen.
De Elfstedentocht wordt gemiddeld maar eens in de tien jaar gereden, bij een écht strenge winter, op ijs van meer dan 15 centimeter dik. Dat is dik in orde in 1986, als een zekere W.A. van Buren de 200 kilometer gladjes aflegt. De Koning! Maar de winter van '63 is het eigenlijk weer te koud. Van de meer dan 10.000 deelnemers krijgen er uiteindelijk maar een stuk of 100 het felbegeerde elfstedenkruisje. En naar het schijnt is een flink aantal deelnemers aan die editie nu nog steeds onderweg, naarstig op zoek naar die laatste stempelpost.