In 2016 vroeg ik de baas van Shell wat zijn bedrijf ging doen om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Dat hangt af van hoe groot de vraag naar olie en gas blijft, antwoordde hij. Waarop ik zei: Ik constateer dat dat voor u op dit moment nog niet betekent dat u minder olie en gas wil gaan opkopen. Ik pomp alles op wat ik kan oppompen om de vraag te vervullen. Die uitspraak was voor een advocaat aanleiding om een rechtszaak tegen Shell te beginnen.
We waren al een soort van in voorbereiding maar dat was wel de druppel in zekere zin. En de rechter heeft inmiddels gevonnist in die zaak. Nadat de rechter eerst een land dwong meer te doen tegen klimaatverandering, de Urgenda-zaak, eist de rechter nu van een bedrijf meer actie om het klimaat te beschermen. Daarmee heeft Nederland opnieuw een primeur en lopen wij voorop in een wereldwijde ontwikkeling.
Wat je ziet gebeuren is dat er dus een besef neerdaalt van: dit klimaat gaat uiteindelijk onze mensenrechten nadelig beïnvloeden. Waarom juist de rechter zich opwerpt als redder van het klimaat? Daarover gaat deze video.
Ik doe nu zo'n vijftien jaar verslag van de opwarming van de aarde en de pogingen om die opwarming te beperken. En de laatste tijd speelt de rechter daarin een steeds prominentere rol. Wereldwijd zijn er nu zo'n 1800 rechtszaken rond het klimaat. Sommige rechtszaken gaan over de schade die de opwarming van de aarde al veroorzaakt heeft. Zo eist deze Peruaanse boer een schadevergoeding van een Duits energiebedrijf. Hij houdt het bedrijf medeverantwoordelijk voor het smelten van het gletsjerijs bij het meer waar Dani woont en daardoor moet hij binnenkort verhuizen en hij wil een bijdrage in de verhuiskosten. Maar de meest opmerkelijke klimaatzaken gaan over het voorkomen van verdere ellende.
Het begint allemaal zes jaar geleden in Nederland. Een dan onbekende duurzaamheidsorganisatie trekt mijn aandacht met een opvallende eis. Ze willen dat de staat gedwongen wordt door de rechter om de uitstoot van CO2-gassen fors te verlagen. Een dag voor de uitspraak spreek ik de advocaat van Urgenda. Dit willen we behouden. Dat is ook één van de redenen waarom we een rechtszaak voeren tegen de Nederlandse staat.
Is dat serieus of gaat het om een grap?
Die rechtszaak, dat is een hele serieuze zaak. En daar hebben we ook hoge verwachtingen bij.
De volgende dag wint Cox die zaak en schrijft Urgenda geschiedenis.
Mevrouw Minnesma, dit is een grote overwinning.
Ja, onwijs.
We zijn er wel een beetje beduusd van.
Geweldige rechters.
Kritiek is er ook meteen. Gaat de rechter niet op de stoel van de politiek zitten? Beleid maken is immers aan politici en niet aan de rechter. Het is zo'n urgent probleem geworden en de politiek lijkt niet opgewassen te zijn tegen het oplossen van dit probleem dat deze rechtszaak wel door ons als echt een absoluut noodzakelijke maatregel wordt gezien om te proberen om die externe druk richting de politiek op te voeren om een beter klimaatbeleid te voeren. In zoverre zou je kunnen zeggen dat het een wanhoopsdaad is, gelet op de politieke patstelling die er nu al drieëntwintig jaar is. Een wanhoopsdaad. Als de politiek onvoldoende doet om gevaarlijke klimaatverandering af te wenden, ontstaat er in een democratische rechtsstaat ruimte voor de rechter.
Over de rol van de rechter in klimaatzaken sprak ik vorig jaar Jaap Spier. Hij is jarenlang de belangrijkste juridisch adviseur van het hoogste rechtscollege van ons land.
Het zou heel veel beter zijn als de politiek het probleem op een adequate en toereikende wijze zou oplossen. Het is een volstrekte illusie dat dat gaat gebeuren. Misschien wel in sommige landen, misschien in sommige regio's. Dat kan best zijn. Niet wereldwijd. Dus de rechter is ook een laatste strohalm. Ja, de rechter is een strohalm. Nederland gaat tegen het vonnis in beroep maar ook in hoger beroep en bij de Hoge Raad verliest het de zaak. Nederland moet zijn steentje bijdragen, oordeelt de rechter. Ook al is ons land maar verantwoordelijk voor een half procent van de wereldwijde CO2-uitstoot en kan ons land dus nooit alleen de opwarming van de aarde stoppen.
Kun je als landen achter elkaar blijven verschuilen in de zin dat iedereen naar elkaar kan blijven wijzen? En zolang de één niet een ambitieuze stap zet dat de andere het dan ook niet hoeft te doen? Of heeft ieder individueel land een eigen verplichting mede jegens zijn eigen burgers om datgene te doen waarvan men weet dat men dat als bijdrage moet leveren aan het oplossen van het probleem?
Ondertussen is er ook succes op het politieke front. In Parijs erkent de wereld dat klimaatverandering een grote bedreiging vormt en dat de opwarming beperkt moet worden tot maximaal twee en liefst anderhalve graad. Alle landen beloven zich aan het klimaatakkoord te houden. Maar wat als een land dat niet doet? Je kan een land niet dwingen, toch? Dat is waar de rechter weer om de hoek komt. Met dat Verdrag van Parijs hebben burgers en organisaties een document in handen waarin zwart op wit staat dat hun regeringen gevaarlijke klimaatverandering willen voorkomen. Wie vindt dat dat onvoldoende gebeurt, gaat naar de rechter.
En zo wordt het Verdrag van Parijs via de achterdeur van de rechter toch juridisch afdwingbaar. En niet alleen voor landen, blijkt nu. Royal Dutch Shell is de grootste olie- en gasproducent van Europa. De multinational is jaarlijks goed voor zo'n drie procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. Samen met ons, de klanten, stootte Shell in 2019 net zoveel uit als Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië bij elkaar.
RDS moet dus het hare doen om bij te dragen aan het tegengaan van deze gevaarlijke klimaatverandering. Het is een vonnis dat mij verraste, opnieuw baanbrekend. De rechter dwingt een bedrijf dat de doelen van Parijs onderschrijft maar niet heeft ondertekend om binnen negen jaar zijn CO2-uitstoot bijna te halveren. Die uitspraak vinden we teleurstellend. We zijn hard aan het werk om een net nul in 2050 energiebedrijf te worden. Er zijn duizenden mensen in Shell iedere dag mee bezig.
Het vonnis leidt opnieuw tot de nodige opgetrokken wenkbrauwen. Want hoe eerlijk is het om één vervuiler aan te pakken, terwijl de anderen vrijuit gaan?
Shell moet niet alleen de uitstoot die vrijkomt bij de productie van olie en gas verlagen, het bedrijf moet ook alles op alles zetten om de uitstoot van de klanten te verminderen.
Maar hoe dan? Vraagt deze oud-Shell-topman zich af.
Er is natuurlijk nog steeds vraag naar fossiele brandstoffen. Gaat u maar bij de benzinepomp kijken. Daar komen nog mensen. KLM wil nog steeds vliegen. Ze nemen experimenten, maar 99,9 procent komt nog uit de ruwe olie.
In het vonnis erkent de rechter dat de uitspraak grote gevolgen voor Shell kan hebben. Maar alles afwegend vindt de rechter dat het tegengaan van gevaarlijke klimaatverandering zwaarder weegt. In het Shell-vonnis komt het woord mensenrechten maar liefst 54 keer voor.
En ook wordt er zes keer verwezen naar toekomstige generaties. Dat het klimaat steeds meer als een mensenrechtenzaak wordt gezien en dat daarbij ook de belangen van toekomstige generaties worden meegewogen door de rechter, dat is vrij nieuw. Dat is natuurlijk een reactie op het grote falen van overheden om een goed antwoord te formuleren op de klimaatcrisis.
Wat je ziet gebeuren is dat er dus een besef neerdaalt van: Dit klimaat gaat uiteindelijk onze mensenrechten nadelig beïnvloeden.
En dat is dus een fundament onder onze democratie. Onze maatschappij kan helemaal niet zonder een stabiel klimaat. De rechtszaak van Urgenda tegen de staat is de eerste waarbij een beroep wordt gedaan op de mensenrechten en de bescherming van burgers tegen gevaarlijke klimaatverandering en waarbij de rechter daarin meegaat.
Wat heeft de rechter bezield denkt u?
Hun morele gevoel was uitstekend. Want het is natuurlijk een hele kwalijke
zaak dat deze dingen gebeuren, maar wij doen dit met z'n allen.
De man die wel gaat pompen bij de Shell kan wel grote bezwaren hebben tegen de Shell. Maar intussen heeft hij wel benzine getankt. Dus we zijn zelf ook niet helemaal consequent.
Ook bedrijven moeten mensenrechten respecteren, vindt de rechter. Milieudefensie vindt dat Shell de mensenrechten nu al schendt, maar daar gaat de rechter niet in mee.
Maar Shell dreigt de mensenrechten wel te schenden als het niet meer doet tegen de opwarming van de aarde, oordeelt de rechter.
Ik was met de uitkomst heel blij, namelijk.
Ik hoop dat inderdaad de oliemaatschappijen hun uitstoot CO2 gaan verminderen.
Maar ik vond de juridische grondslag van dat vonnis van de rechtbank zeer zwak.
Er is dus geen concrete wettelijke verplichting waarin de oliemaatschappijen zich moeten houden.
Die bestemd is om die uitstoot te verminderen.
Ik ben er zeer voor dat die wettelijke verplichting er komt maar zolang die er niet is, kan
de rechter zo'n beslissing niet nemen.
Dus in hoger beroep sneuvelt dit?
Ik hoop het.
Gaat de rechter nu in elke zaak de mensenrechten erbij halen? Nee.
De rechter benadrukt dat klimaatverandering een unieke bedreiging vormt. Een bedreiging waarover wereldwijd consensus bestaat dat die afgewend moet worden.
En er is ook overeenstemming dat als dat onvoldoende lukt, de gevolgen dodelijk zijn.
En dat maakt het klimaat bij uitstek een mensenrechtenkwestie, zeggen juristen en de rechter.
Dat zijn de belangrijkste rechten in zekere zin die we in onze samenleving hebben en waar rechters ook de constitutionele taak hebben om die rechten te beschermen.
De ultieme testcase over het verband tussen klimaatverandering en mensenrechten volgt binnenkort in Straatsburg.
Daar heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens een zaak aangenomen van een groep hoogbejaarde Zwitserse vrouwen. Zij vinden dat Zwitserland te weinig doet tegen klimaatverandering en ze vrezen vroegtijdig te sterven door de toegenomen hittegolven.
Ik zocht ze op.
De KlimaSeniorinnen haalden de inspiratie voor een rechtszaak uit Nederland. Dat de ene klimaatzaak leidt tot de andere en dat de rechters in hun uitspraken voortborduren op elkaars uitspraken, dat zien we al langer en het roept de vraag op wat de volgende stap zal zijn.
Als het zo is dat bestuurders die nu leidinggeven aan een grote CO-imiterende organisatie en nog tegen die Parijs-doelstelling blijven inwerken, dus niet meehelpen die transformatie te maken, dat dat op termijn tot individuele en persoonlijke bestuurders-aansprakelijkheden zou kunnen leiden.
Maar zover is het nog niet.
Duidelijk is wel dat de uitspraak van de Shell-zaak door dreunt over de hele wereld. Toen ik vorige week een Franse milieuorganisatie belde, stonden zij op het punt om het Shell-vonnis in het Frans te laten vertalen. Zij willen het Franse oliebedrijf Total via de rechter dwingen om ook de CO2-uitstoot flink te reduceren.
De rechter lijkt in klimaatzaken voorlopig dus nog niet uitgevonnist.
En dat brengt ons bij de hamvraag: Helpt de rechter echt de klimaatcrisis te bestrijden?
Het is nog te vroeg om daar volmondig ja op te antwoorden. Wat we wel weten is dat het politici in ieder geval niet is gelukt om de opwarming van de aarde te stoppen. De uitstoot van broeikasgassen is alleen maar toegenomen. Sterker nog, van alle broeikasgassen ooit door de mens uitgestoten is de helft de afgelopen dertig jaar in de atmosfeer terechtgekomen.
En dat waren precies de dertig jaar dat politici en beleidsmakers de opwarming van de aarde proberen te stoppen.
De rechter dwingt nu sommige landen en tenminste één bedrijf om meer tempo te maken.
Maar of de rol van de rechter meer is dan een druppel op een gloeiende plaat? Dat moet nog blijken.
Pas als rechters in landen waar het meeste CO2 wordt uitgestoten het Nederlandse voorbeeld volgen, zal dat echt effect hebben. En kunnen rechters zich met recht de redders van het klimaat noemen.