Aan de twee namen van deze goden hebben we de namen van twee dagen in de week te danken. Luister maar even goed. Wodan Donar. Nou, wat denk je? Vrijdag en zaterdag. Nee, dat voel ik niet. Hallo, welkom bij Histories. Dit keer neem ik je mee naar een heel bijzondere tijd in onze geschiedenis. Een tijd waarin het geloof heel belangrijk is, want je geloof bepaalt wie je bent en waar je bij hoort en waar je na je dood naartoe gaat. Maar waarom geloven mensen nou eigenlijk? Ik geef een slinger aan de tijdlijn en we komen uit in de tijd voor Christus. Voor het jaar nul dus. In die tijd leven er overal op de wereld allerlei soorten mensen. En die zijn eigenlijk net zoals jij en ik. Ze wonen in een huis. Ze doen aan spelletjes en ze moeten ook naar het werk, maar dan niet in een kantoor of in een studio. Ze werken keihard op het land en ze houden ook van een feestje op z'n tijd. Net zoals jij je verjaardag viert of carnaval of het Suikerfeest. Die bijzondere momenten worden samen beleefd door te zingen, te dansen, te eten of alles tegelijk. Dat noemen we ook wel rituelen. En die rituelen werden en worden vooral gebruikt voor dingen waar we als mens niet zoveel invloed op hebben. Denk aan een voetballer voor de wedstrijd. Die is goed getraind, maar hij heeft natuurlijk niet alles zelf in de hand. En daarom zie je vaak dat voetballers voor de wedstrijd even het gras aaien of een kruisje slaan of omhoog kijken. Niet om te checken of het regent, maar om aan de hemel te vragen of er vandaag misschien goals kunnen vallen. Die rituelen zijn er ver voor het jaar nul ook al. Nou ja, niet voor een voetbalwedstrijd, maar voor nog belangrijker zaken. De bewegingen van de zon, de maan, aardbevingen en onweer. Mensen hebben in die tijd geen idee waar die verschijnselen vandaan komen en ze hebben ook geen telefoon om het op te zoeken. Om dat toch een beetje te begrijpen verzinnen ze allerlei verhalen, verhalen over het ontstaan van de wereld en over bijzondere figuren die daar een rol in spelen. De goden, die goden hebben soms een goed humeur, maar soms zijn ze ook een beetje chagrijnig. Soms zorgen ze voor een goede oogst op het land, maar soms ook voor een overstroming, waardoor alles weer wegspoelt en de mensen honger moeten lijden. Die mensen willen natuurlijk heel graag dat er een beetje lekker weer is voor de gewassen op het land en dat er kalfjes geboren worden. Om die goden in een goeie stemming te krijgen, voeren ze allerlei rituelen uit. Ze trekken de natuur in om te zingen en te dansen. Bij een rivier of in het bos. Ze gaan samen bidden of iets offeren in een soort tempel en allerlei dingen uit de natuur krijgen een speciale betekenis: een boom, een steen, een bot van een dier. Dat geloven in de natuur heet een natuurgodsdienst en die bestaan vandaag nog steeds. Bijvoorbeeld in de oerwouden van Brazilië of Indonesië. Ik geef er even een slinger aan en we komen uit bij het jaar 500 na nul of na Christus. In onze streken leven dan verschillende volkeren, zoals de Friezen. Die Friezen wonen in het huidige Friesland natuurlijk, maar ook op andere plekken aan zee. De Friezen wonen in kleine dorpjes aan het water. Daar hebben ze zelf heuvels gemaakt om te wonen. De terpen. En die kan je nu nog steeds zien als je in Friesland of in Groningen bent. Ze hebben het zogenaamde Germaanse geloof, want ook de Friezen geloven in de natuur. Water en bomen zijn heilige plaatsen voor ze. Op dat soort plekken komen ze in contact met hun voorouders en na hun dood willen ze ook weer samenkomen met die voorouders. Net zoals ik ooit zal samenkomen met mijn lieve opa. Maar gelukkig leeft die nog. De Friezen vereren niet alleen hun voorouders. Ze hebben ook hun eigen goden. De twee belangrijkste zijn Wodan en Donar. Aan de twee namen van deze goden hebben we de namen van twee dagen in de week te danken. Luister maar even goed. Wodan, Donar. Nou, wat denk je? Vrijdag en zaterdag? Nee, natuurlijk niet. Woensdag en donderdag natuurlijk. Over kalenders gesproken. Als ik aan het tijdlijn slinger zie je allemaal jaartallen voorbijkomen. Die jaartallen hebben we te danken aan Jezus Christus, want het jaar nul valt zo ongeveer samen met zijn geboorte. Of andersom. Jezus Christus leeft in de streek die we nu Israël noemen. Jezus wordt vereerd en aanbeden en er zijn heel veel mensen die zeggen dat hij de zoon van God is. Dus niet de zoon van een God he, niet een van de vele goden zoals de Friezen dat hebben, maar van de God. De enige echte met een hoofdletter. En zo ontstaat door Christus het geloof van christenen, oftewel christendom en dom is verder niet bedoeld als dis. Wat zeg je gewoon zo in de tijd van de Friezen vond er ook een ander volk in onze streken de Franken. Kijk, dat zijn ze. En hoe vaak denk je nou dat die vandaan komen? Uit welke rijk komt een frank? Precies de Franken geloven in de god van Christus. Ze zijn dus christenen, maar die Franken willen ook lekker de baas spelen over allerlei andere volkeren zoals de Friezen. Je zult wel snappen dat de Friezen dat niet zo'n goed idee vinden. Die willen gewoon lekker eigen baas blijven spelen en zeker niks te maken hebben met mensen van een ander geloof. Nou, dat is een recept voor ellende. De Franken bedenken een truc om de baas te worden over die Friezen. Ze sturen mensen naar die terpen toe. In dit geval met een bootje te vertellen hoe fantastisch het christelijk geloof is. Dus weg met Wodan en Donar en hup voor Jezus en God. Deze mensen noemen ze missionarissen uit Engeland en Ierland. Het handige is is dat ze dezelfde taal spreken als de Friezen. Praat toch wat makkelijker, maar het blijft niet alleen bij praten. Tegelijkertijd gaan de Franken naar de heilige plekken van de Friezen om ze kapot te maken. En de missionarissen zeggen als we deze plek nou stuk maken en jullie goden, komen jullie niet helpen, dan zijn het maar een stelletje watjes. En dan is onze God veel beter. Daar worden de Friezen niet vrolijk van. Langzaamaan gaan ze toch steeds meer geloven in de christelijke God, maar dat gaat niet vanzelf. Rond het jaar 700 na Christus leeft de Friese koning Radboud. Daar zien we die vrolijke Fries. Radboud is de laatste koning van de Friezen. Maar dat weet hij zelf gelukkig nog niet. Hij zit in elk geval niet te wachten op die missionarissen. Hij wil dat de Friezen hun eigen geloof houden. Dat gaat al duizend jaar lang best goed, maar zijn eigen dochter laat zich veel dopen. Kijk, want de manier om christen te worden is door je te laten dopen. Je gaat dan onder water of bij baby's toen ze soms druppeltje op het voorhoofd. Maar dopen is dus heel belangrijk voor christenen. Want, zo laat je zien: ik geloof niet meer in andere goden, maar alleen in die ene. En als je in God gelooft en een goed leven leidt, dan kom je in de hemel en dat is pas een fantastische plek. Een soort kermis met een chocoladefontein. Maar als je slechte dingen doet en helemaal geen christen bent, dan kom je na je dood in de hel. Bye bye Choco Godin. Nou Radboud z'n dochter is dus al christen en hij denkt: ik waag de stap. Letterlijk. Hij hangt al met zijn voet boven het bootje om zich te laten dopen. Voor de zekerheid vraagt hij eerst nog even aan de missionaris zeg, mijn voorouders zijn die dan ook in hemel? De missionaris zegt nee, nee, die geloofden niet in onze god, dus die zijn in de hel. Radboud schrikt zich een hoedje. Hij trekt meteen zijn voet uit het bad en roept: liever zit ik met mijn voorvaderen in de hel dan alleen in de hemel. Sterke tekst. Hij peert 'm en hij gaat later gewoon dood. In welke hemel hij terecht is gekomen, dat kunnen we helaas niet meer vragen. Ook in de jaren daarna krijgen de Friezen bezoek van de missionarissen. Samen met soldaten van de Franken gaan die steeds weer langs en proberen ze te bekeren. Dat bekeren noemen we ook wel kerstenen. Daar zit het woord kerst in. Een belangrijk feest voor de christenen, want dan vieren ze de geboorte van Jezus Christus. Elke keer weer op 25 en 26 december, in de kerstvakantie dus. Ook dat gaat gepaard met rituelen. De bekende vier karsen, cadeautjes. De kerk. Lekker eten, en op een mooie plek in elke huiskamer een enorme versierde kerstboom. Is dat nou ook echt een oeroud christelijk ritueel? Niet echt van Die kerstboom kennen we pas een jaar of tweehonderd en we hebben waarschijnlijk te danken aan het Germaanse geloof, oftewel het geloof van die fijne Friezen. Als onze Radboud dat nou een keer zou kunnen zien, wat zou die dan zeggen? Ho ho ho. Dit was weer histories. Terug naar vandaag de dag. Een stap zelf in het verhaal van Nederland: in tien avontuurlijke audiotour wandelen we over dijken langs kastelen, op zoek naar de sporen uit het verleden. Download nu de gratis podwalkapp, het verhaal van Nederland.