Voor de Tweede Wereldoorlog hadden de boeren in Nederland kleine bedrijfjes, met wat koeien, een paar varkens voor vlees en paarden als trekdier. Het was moeilijk om het hoofd boven water te houden. Na de Tweede Wereldoorlog begon de Nederlandse regering met het stimuleren van het herstel van de economie. Om de koopkracht van de mensen te vergroten werd de prijs voor het voedselpakket kunstmatig laag gehouden. Maar de boeren moesten natuurlijk ook geld verdienen. Daarom moest de landbouwproductie fors omhoog. Die verhoging van de productie werd bereikt door deze te mechaniseren en met het gebruik van kunstmest, bestrijdingsmiddelen en krachtvoer. Zo kregen we de intensieve landbouw.