De SER is een adviesorgaan dat de regering van advies voorziet op het terrein van werk en inkomen. Maar de SER is ook een heel Nederlands verschijnsel. Het zit verankerd in onze culturele identiteit om samen tot consensus te komen. En dat begint al vroeg. Goed jongens, we gaan vergaderen vandaag in de groepsvergadering over de vreedzame wijk. Voorzitter van vandaag is Mohammed. Nou Mohammed, ga je gang! Het eerste puntje waar we over gaan vergaderen is “wat voor wijk willen we graag zijn?”. Het hele idee achter het project wat we doen op die scholen is dat er heel veel kinderen zijn in Nederland die opgroeien in de wat we noemen de “straatcultuur”. Die straatcultuur waarin eigenlijk helemaal niet iets telt van, ja, democratische principes, ik bedoel: daar gaat het gewoon om macht, om respect afdwingen. Die is eigenlijk heel dominant aan het worden. En wat we op de scholen proberen onder andere door die groepsvergadering is kinderen eigenlijk een soort alternatief repertoire te geven. In onze wijk maken we geen conflicten. Dat is een hele goede vreedzame uitspraak! Bijvoorbeeld: wij wonen in een wijk en er zijn allemaal verschillende mensen, bijvoorbeeld iemand wil met je spelen, bijvoorbeeld een Afrikaanse vraagt aan jou: “wil je met me spelen?”. En dan zeg je “nee, omdat ik anders ben”. En om het samen te vatten: je speelt met de andere mensen, met de verschillende mensen. Dat vergaderen is niet alleen maar bedoeld om echt een besluit te nemen, om consensus te vormen, maar de doelstelling die daar overheen zit of daar onderdoor moet je misschien wel zeggen: eerst dat kinderen leren wat er allemaal voor nodig is om met elkaar een beslissing te nemen, om met elkaar besluiten te nemen, die niet alleen maar voor de meerderheid goed zijn, maar die ook de minderheid van de kinderen tot zijn recht doet komen. Wie stemt er voor “in onze wijk behandelen we elkaar met respect”? 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10. Dat verbaast mij iedere keer weer, dat kinderen eigenlijk al heel snel en heel jong al roepen: “meeste stemmen gelden!” hè. En dat is één van de belangrijke dingen die er dan moet gebeuren: dat je aan kinderen uitlegt van “kijk, het gaat er niet alleen maar om dat de meerderheid zijn zin krijgt of dat de meerderheid bepaalt wat er gebeurt, het is ook belangrijk, dat kinderen die niet in de meerderheid zijn, die een ander idee hebben, maar misschien met minder zijn, dat we daar goed naar luisteren, dat we daar rekening mee houden en dat we oplossingen proberen te vinden”. Je kan natuurlijk nooit iedereen zijn zin geven, dat snappen kinderen ook heel goed, maar het is wel heel belangrijk, dat ze rekening leren te houden met afwijkende standpunten. Wat hebben we nou bereikt? Een besluit. Ja, en wat voor besluit? Je kan helpen, wat voor besluit hebben we nu? Want iedereen is het ermee eens, met onze Top 3. Consensus. Ja, voorzitter? En consensus. Consensus, we hebben een consensus bereikt, Hartstikke goed jongens! Wat mij betreft geen dedain over het poldermodel, het is ongelooflijk belangrijk, dat wij kinderen van jongs af aan leren hoe je zonder geweld wel met forse discussie, met erkenning van het recht om anders te zijn, maar dat je zonder geweld leert om met verschillen te leren omgaan. Dat is ongelooflijk belangrijk en als je dat niet gelooft, ja, dan moet je gewoon eens een beetje over de grens gaan kijken en dan kom je al heel gauw in landen terecht waarin men die capaciteit echt niet heeft.