Wat een gekakel van die kippen, tok, tok, een ei, een ei! en daar komt... de kippenbaby: een... kuikentje! dat zelf het ei heeft stuk geprikt! nét als zijn zusjes en zijn broertjes. een krokodil! Ah ja, een krokodil legt ook een ei. En uit dat krokodillenei komt ook een baby. Precies z'n moeder, vind je niet?
Daar heb je nog zo'n eierlegger. Dit zijn de eitjes van een vlinder. En daar komen vlinders uit? Nee, een rups! En die rups is nog geen vlinder! Die rups trekt een harde jas aan! en uit die jas, komt na lang wachten, een echte vlinder.
Een kip legt een ei, een krokodil legt een ei en een vlinder ook, en... vogels... leggen ook een... ei!
Hak: oooh, niks te hakken! Nee! Ei! niks te plakken! Nee! Ei! niet huilen. plak! Zoek maar mee naar de letter ei. De ei van eieren. En de ei van... einde... einde van de reis van dasje en vosje... een verjaardagskalender! Ben jij jarig in de maand... mei? De ei zit verstopt in deze groente... de ei is de laatste letter van prei! De ... ei... is de tweede letter van deze vogel een reiger!
Doe jij dit ook graag, net als jorit? lekker... kleien! Wat zou jorit maken? Een vogeltje? En alle vogels leggen een... ei!