Een tijdje na de paring graaft een schildpadvrouwtje een kuil waarin ze haar eieren legt. Daarna maakt ze de kuil zorgvuldig dicht. Eirovers, zoals ratten, mogen de eieren niet kunnen vinden. Een moeder laat het uitbroeden over aan de zon over.
Dat uitkomen gaat niet zo gemakkelijk. Een jong moet zich flink inspannen om uit het ei te komen. Af en toe neemt het rust en gaapt eens flink. Dit kleintje heeft het kogelronde, witte ei helemaal gesloopt. Er zit alleen nog een stuk eischaal op zijn rug. Het is moe van de inspanning.
Het schildpadje klautert uit de nestkuil. Moeder en vader zijn nergens te bekennen. Een schildpadje moet het zich zelf zien te redden.