Etnische minderheden hebben in Nederland vaker te maken met politiecontroles dan oorspronkelijke Nederlanders. Dat stelt Amnesty International naar aanleiding van een onderzoek. Etnisch profileren is een vorm van discriminatie en daardoor in strijd met de mensenrechten. Dus moet de politie voorzichtiger zijn, vindt Amnesty. En misschien moeten ze zelfs wel iets van hun bevoegdheden inleveren. Want heeft de politie nu niet eigenlijk veel te veel macht?
Onderzoekers van de universiteit van Twente zijn het daar niet mee eens. Toen het rapport van Amnesty uitkwam ondervroegen zij jongeren van verschillende afkomst over hun ervaringen met de politie. Uit hun onderzoek bleek dat de politiecontacten niet zozeer samenhingen met afkomst maar veel meer met de buurt waar de jongeren rondhingen en met de tijd die ze op straat doorbrachten. Hoe vaker ze op straat waren, hoe groter natuurlijk de kans dat ze het pad van de politie kruisten. Ook werden grote groepen vaker gecontroleerd dan jongens in hun eentje. De onderzoekers vinden dus niet dat de Nederlandse politie stelselmatig discrimineert. Sterker nog, volgens hen heeft het proactieve contact met de politie soms een positief effect. Want dat contact bestaat natuurlijk niet alleen uit fouilleren en controleren, soms maken de agenten ook gewoon een praatje. Onderdeel van hun werk is namelijk dat ze weten wat er speelt in een buurt. En juist door hun contacten met doodgewone jongeren van Turkse, Marokkaanse en Antilliaanse komaf leren agenten voorbij de stereotypen kijken.
En toch. Het gevaar van discriminatie ligt altijd op loer. Politieagenten zijn mensen en mensen zitten vol met vooroordelen, bewust en onbewust.
Etnisch profileren kan ook leiden tot blinde vlekken. Bijvoorbeeld in de zaak van de Friese Marianne Vaatstra. Toen zij op weg naar huis verkracht en vermoord werd wezen alle vingers naar het nabij gelegen asielzoekerscentrum. Rechercheurs staken veel tijd in het opsporen van verdachte asielzoekers, tot in Turkije aan toe. Pas veel later werd de echte dader gevonden. Het was de blonde, Friese buurman, die jaren naast Marianne woonde.