We kunnen niet zonder elektriciteit. Maar weet je wel hoe het werkt? Het werkt pas als het in een kringetje stroomt. Een batterij geeft stroom genoeg voor een lampje. Grotere apparaten hebben meer stroom nodig.
In het stopcontact zit heel veel stroom. Daarom moet je daar nooit je vingers insteken! In deze kabel zitten twee stroomdraden: één om de elektriciteit van het stopcontact naar het apparaat te laten stromen, de andere gaat van het apparaat terug naar het stopcontact. Zo hebben we weer een kringetje.
Aan, uit, aan, uit: met het lichtknopje kun je de elektriciteit door het snoer laten stromen.
Overal is er één stroomkring. Alleen zit hij soms best goed verstopt.
Overal geldt: Als de elektriciteit niet goed kan stromen, werkt het apparaat niet. Daarom staat de trein ook stil als de bovenleiding kapot is.
Voor al die apparaten is veel elektriciteit nodig. Die wordt gemaakt in een grote elektriciteitscentrale.