Rankpotigen zijn kreeftachtige diertjes met een lichaam dat omgeven is door een schild van kalkplaatjes. Wereldwijd zijn er ongeveer 800 soorten rankpotigen bekend. Ze komen alleen in zee voor. Met hun lange, dunne, behaarde poten, filteren ze voedseldeeltjes uit het water en kunnen zij zich vasthechten aan drijvende voorwerpen, zoals drijfhout of zeedieren zoals zeeschildpadden of walvissen. Bekende rankpotigen zijn zeepokken en eendenmossels.
Er bestaan zo’n 420 soorten eendenmossels. Aan onze kust zijn er zes soorten eendenmossels gevonden. De algemeenste Nederlandse soort is de Gewone eendenmossel.
Zeepokken en eendenmossels komen ook samen voor. In deze pot zit een hele bijzondere combinatie. Deze eendenmossels hebben zich vastgehecht aan deze grote zeepokken. En de zeepokken zijn hebben zich weer vastgehecht op een walvis!
Charles Darwin, die bekend staat om de evolutietheorie, heeft de eendenmossel voor het eerst beschreven. Acht jaar van zijn leven besteedde hij daaraan. Darwin ontdekte dat de mannetjes minuscuul klein zijn. Het zijn een soort parasieten die in de vrouwtjes leven. Degene die je hier ziet zijn dus allemaal vrouwtjes.
Met name in Spanje worden deze eetbare eendenmossels gezien als een delicatesse. De soort komt onder andere voor aan de kust van Zuid-Frankrijk en Spanje. Het dier leeft, vaak in grote aantallen, op rotskusten.