Deze harige, witte dingetjes zijn poppen van de schadelijke witte vlieg. Daartussen lopen kleine, vlugge wespjes. Sluipwespen noem je ze.
Een vrouwtjessluipwesp zoekt een pop van een witte vlieg en maakt daar een gaatje in. Door het gaatje kan de wesp een ei in de pop leggen Het eitje is gelegd. Nu nog even wat poetsen en uitrusten. Ze vliegt weg. De pop van de vlieg is eerst wit. De gele larve van de vlieg schijnt erdoorheen. Na een tijdje wordt de pop zwart.
Wat is er aan de hand? Dat zie je in deze animatie.
Een sluipwesp boort een gaatje. Nu legt ze een ei in de pop. De wesp vliegt weg. Uit het ei komt een wespenlarve. De larve eet de inhoud van de vliegenpop op en groeit. Al gauw verpopt de wespenlarve zich. Uit de wespenpop komt een sluipwesp, die zich door de huid van de vliegenpop naar buiten worstelt. De jonge wesp moet flink werken. Af en toe moet ze dan ook even uitrusten. Na een tijdje is ze er uit. Ze heeft haast.
Meteen na het uitkomen gaat ze op zoek naar poppen van de witte vlieg om daar een ei in te leggen. Als in een pop van een witte vlieg een larve van een sluipwesp zit, zie je dat direct. De pop wordt helemaal zwart. Hoe meer sluipwespen hoe meer vliegenpoppen zwart worden door de larven van sluipwespen. De sluipwesp is daarom een vriend van de tuinder.