Steile rotsen rijzen hier op uit de Noordzee. In het water zit heel veel vis, waar drieteenmeeuwen hun jongen mee voeren.
Veel ruimte is er niet, toch heeft dit meeuwenpaar een plekje gevonden. Samen bouwen ze hun nest. Op een klein grasveldje in de buurt zoeken ze nestmateriaal. Het nest wordt een kuiltje, zodat de eieren straks niet zo maar de zee in rollen. Nog even proberen of het nestkuiltje diep genoeg is. Dan volgt de paring.
e ziet hoe weinig ruimte er is. De oudervogels kunnen er zelf nauwelijks staan. De meeuw gaat broeden. Omdat een ei zo maar in zee kan rollen, gaat de vogel heel voorzichtig zitten. Als de eieren lang genoeg bebroed zijn gebeurt dit: Het kuiken in het ei wil eruit en maakt de eischaal van binnenuit stuk. De ouder zorgt ervoor, dat de eieren warm blijven. Ze duwt het uitkomende ei met haar snavel terug. Af en toe controleert de oudervogel het legsel. Een tweede ei komt uit. Het eerste kuiken zit veilig tegen de rotswand terwijl de oudervogel intussen de lege dop het nest uit gooit.
Twee donzige meeuwenkuikens zitten stilletjes te wachten op eten. Als ze iets kwijt willen doen ze dat over de rand van het nest. Een van de ouders heeft vis gevangen en komt de jongen voeren. De kuikentjes pakken het eten voorzichtig uit de snavel van de ouder. Na het eten rusten ze uit onder de warme ouderveren.
Als de jongen groter worden hebben ze een zwarte halsband. Daaraan zie je, dat het nog jonge vogels zijn. Ze bedelen om voer. Al gauw beginnen de vliegoefeningen. Intussen bedelen ze nog steeds bij de ouders. Dat duurt niet lang meer. Het broedseizoen loopt ten einde. Jonge drieteenmeeuwen moeten binnenkort helemaal voor zichzelf zorgen.