Eens kijken, nee deze is te klein, en deze.... O, eh, was ik al begonnen? Goede eh, waar zitten we eigenlijk? morgen? Goedemorgen! Gisteren kwam mijn beste vriend Weesley hiermee aanzetten.
Een dinosaurus, en ik wil weten welke het is. Er zijn namelijk heel veel soorten dinosauriërs. Trouwens, ik moet niet zeggen: er zíjn veel soorten, maar: er wáren veel soorten. Want ze bestaan niet meer. De dinosaurus is uitgestorven.
Als ik deze jongen eens goed bekijk, was dat geen lieverdje. Moet je die scherpe tanden zien. Die tanden vertellen me dat hij graag andere beesten opvrat. Het was een vleeseter, zoals onze leeuwen en tijgers nu. Je had ook dino’s die planten aten, dat waren planteneters, zoals de koeien en schapen van nu.
Ja hoor, hier heb ik hem. Dit is de Tyrannosaurus Rex, een levensgevaarlijke jongen. Allemarters!
Die dinosauriërs leefden heel lang geleden. Toen er nog geen mensen bestonden en geen wezels.
Op een dag gebeurde er iets verschrikkelijks. We weten het niet zeker, maar we denken dat er een groot brokstuk uit de ruimte, BOEM, op de aarde is geknald. Dat stuk was zo groot dat de aarde helemaal door elkaar werd geschud.
Toen zijn al die dino’s doodgegaan. Lange tijd was het heel leeg op de wereld, maar daarna kwam er toch weer nieuw leven. Er kwamen andere dieren voor de dinosauriërs in de plaats.
Aaaahhh!
Wwwwie is daar? O, Weesley ben jij het? O, ik dacht dat het een Tyrannosaurus Rex was. Ben je naar de kapper geweest?
Het was Weesley maar. Met een nieuw kapsel. Tot wezels!