Een geheim gangetje? Wie heeft dit gangetje gemaakt? Dit is de graver. Het is een veenmol, een zeldzaam insect.
De mannetjes zitten in de opening van hun hol. Ze maken geluiden om een vrouwtje te lokken. Als dat lukt, volgt een paring. De voorpoten zijn breed en plat. Zo kan de veenmol ze gebruiken als schepjes om er een hol mee te graven. In dat hol legt het vrouwtje haar eieren. De eieren zijn groot en wit. Uit de eieren komen jonge, witte veenmolletjes, die eerst helemaal niet op hun moeder lijken. Langzaam maar zeker worden het echte veenmolletjes.
De moeder is steeds in de buurt en helpt ze bij het graven naar eetbare plantenwortels. Veenmollen zijn insecten. De larven eten en groeien. Ze gaan steeds meer op een volwassen veenmol lijken. Je noemt dat een onvolledige gedaanteverwisseling. De jongen hebben nog geen vleugels zoals de moeder. Graven kunnen ze al heel goed. Dat graven komt ze goed van pas, omdat ze nu zelf hun eten moeten zoeken. Eten doet groeien.
Zijn vel groeit niet mee. Hij moet daarom af en toe vervellen. Bij elke vervelling gaat hij meer op een volwassen veenmol lijken. De oude huid wordt afgestroopt. Een veenmol heeft al een nieuw huid, voordat hij zijn oude huid afdankt. De nieuwe huid is nog wit en rekbaar. De vleugels zijn er al maar ze zijn klein. De huid wordt harder en donkerder.
Een volwassen veenmol heeft vleugeltjes. Hij gebruikt ze meestal niet. De voorpoten zijn erg breed. Het zijn graafpoten. Een veenmol is aangepast aan het leven in de grond. Dit is hem nog een keer. Hier zit de linker voorpoot. En zo ziet een voorpoot er van dichtbij uit. Scherpe nageltjes om de grond los te maken. Een breed stuk om grond weg te scheppen. Een veenmol kan dankzij zijn graafpoten razendsnel graven.