'Attentie attentie! De trein met de woorden met eitje-ei staat klaar voor vertrek.'
Kleine Hein reist met de trein.
Die moet wachten op het sein.
Eigenlijk voelt het best naar.
Afscheid nemen, zwaaien maar.
Want zo'n treinreis duurt zo lang.
Niemand heeft op Hein zijn wang.
Zijn geheime traan ontdekt.
Eindelijk, de trein vertrekt.
Last van heimwee noem je dat.
Wat dat meisje laatst ook had.
Uit het raam ziet Hein een plein.
Reigers staand in een fontein.
Zeilboot aan een steiger vast.
In een wei een koe die plast.
Voel de trein eens keihard gaan.
Hein zijn hart gaat sneller slaan.
In het weiland graast een geit.
Die heel snel is afgeleid.
Grazen is een heel karwei.
Keutels zien eruit als klei.
Dat het regent, is een feit.
Hein kijkt nog eens uitgebreid.
Dreigt er onweer? Kijk omhoog.
Veilig is het hier en droog.
Onweer kan in elk seizoen.
Daar is weinig aan te doen.
Dat is wat de weervrouw zei
En nu onweert het in mei.
Slaperig wordt kleine Hein.
Van die arbeid in zijn brein.
Hein, kom snel weer overeind.
Aan jouw treinreis komt een eind!