Dit is professor Potter, onze buurman. Hij woont in een klein huis, midden in de dierentuin. Want hij is gek op dieren. Hij houdt van alle dieren evenveel. Maar soms gebeuren er rare dingen. Vandaag bijvoorbeeld. Professor Potter wil een schilderij ophangen, want hij is gek op schilderijen. Maar wat is dat nou? Geen enkel schilderij hangt op de goede plek! En de spijkers zijn ook verdwenen. Heeft iemand de spijkers gestolen?
Wie neemt er nou spijkers mee en de schilderijen niet?
Vreemd, heel vreemd, denkt professor Potter. Misschien weet papegaai Peter wat er aan de hand is
He Peter, heb jij iets gezien of gehoord? Aha, bedankt voor de tip! Onze verdachte hinnikt. De vraag is dus: wie heeft spijkers nodig en maakt dit geluid? He, wat ligt daar op de grond? Een letter? Het is de letter U! Van ijzer! Die was hier eerst niet. Die moet de dief hier achtergelaten hebben. Wie steelt spijkers, hinnikt en is zijn ijzeren U kwijt? Wat denkt u professor? Zijn dat voetstappen? Het komt van buiten! Maar hier is niemand. Nu hoor ik het weer! Aha! Het komt uit de schuur. Voorzichtig professor, wie weet wat er daar verscholen zit. Waar zit het lichtknopje? Het is Harry!
Waar heeft hij die spijkers nou voor nodig? Ohh, hij wil zijn hoefijzers vastmaken. Zeg professor, u bent toch goed in timmeren? Kunt u Harry helpen? Zo, Harry kan weer lekker doordraven in de wei. En professor Potter?
Hij heeft het mooiste schilderij ter wereld.