Wat nu West-Nederland is, is zo’n 6000 jaar geleden één groot moerassige waterlandschap en daarom praktisch onbewoonbaar. Maar als de zeespiegel langzaam daalt kan de kust zich afsluiten met een aaneengesloten duinenrij. Dit gebeurt bijna overal aan de kust, behalve bij het mondingsgebied van de grote rivieren. Deze zwakke plek in het kustgebied zorgt ervoor dat de zee bij hoog water vrij spel kan krijgen over het binnenland. Om zich te beschermen tegen het hoge water bouwen mensen kunstmatige heuvels en bouwen ze dijken rondom hun leefgebied. In 1287 vindt in noordwest-Nederland een extreem zware stormvloed plaats. Deze Sint Luciavloed overstroomt grote delen van Friesland en noord Holland en meer dan 50.000 mensen verdrinken. Sindsdien vechten we nog harder terug, we bouwen nog betere dijken en veroveren zelfs land op het water. Om deze polders bouwen we ook dijken om dit nieuwe land te beschermen.
En nu na honderden jaren strijd, hebben we het eindelijk voor elkaar. We lijken gewonnen te hebben van het water en in ons lage land wonen inmiddels meer dan 17 miljoenen met een veilig en gerust gevoel.