Ongeveer 500 jaar geleden kwam uit Europa de ontdekkingsreiziger Columbus aan in het werelddeel Amerika. Hij dacht op dat moment, dat hij in Indië was, daar was hij namelijk met zijn schip naar op weg. Daarom heetten de inwoners van Amerika Indianen. Indianen zijn dus de oorspronkelijke Amerikanen.
Wij denken bij het woord “Indiaan” al gauw aan totempalen en pijl en boog, en een verentooi op het hoofd. Maar dit hoort niet bij alle Indianen. Er zijn namelijk verschillende soorten stammen en ze zien er allemaal een beetje anders uit en maken gebruik van voorwerpen uit de natuur.
Charles Darwin kwam tijdens zijn reis met zijn boot de Beagle aan op Vuurland, dat ligt in Zuid-Amerika. Hier trof hij de Indianen van Vuurland aan: de Jakan Indianen. Hij kwam er achter, dat er een groot verschil was tussen Indianen en de Engelsen zoals hij. De inwoners van Vuurland hadden geen grote huizen. De Indianen leefden zonder kleren in de natuur en hielden zich warm met kampvuren.
Darwin ontdekte ook, dat deze Indianen voorzichtig omgingen met de natuur. En ze woonden met families bij elkaar. Zo’n groep families wordt een “stam” genoemd. De Indianen die Darwin op Vuurland ontmoette brachten ook veel tijd door met zelfgemaakte kano’s op het water.
Er zijn nog steeds Indianen in Amerika, maar niet meer zoveel als vroeger. Er is namelijk heel veel gebeurd in de geschiedenis. Van de verschillende stammen Indianen zijn er veel doodgegaan door oorlogen en door ziektes zoals de mazelen en de griep. Hun lichaam was niet beschermd tegen de virussen die de mensen uit Europa meebrachten. Van de Indianen van Vuurland is er nog één oorspronkelijke Indiaan over. Zij is een echte Jakan Indiaan. Een groep mensen heeft nu een woordenboek geschreven met alle woorden van de taal van de Jakan Indianen. Zo zal de taal en geschiedenis van Vuurland gelukkig nooit verloren gaan.
Ondanks alles zijn er nog Indianenstammen in Amerika. De meesten leven tegenwoordig gewoon in dorpen of in de stad.
Met materiaal uit: Beagle - In het kielzog van Darwin.