Als je 800 jaar geleden door het centrum van Amsterdam voer dan zag je ongeveer dit: een moerassig stuk land waar bijna niemand woonde omdat er ieder jaar overstromingen waren. Maar nu ligt er op deze zelfde plek wauw: een wereldstad. Moet je kijken wat een overzicht. Dit is de hoofdstad van Nederland. Natuurlijk Amsterdam met zijn deftige, statige grachten. Daar de Herengracht, de Keizersgracht en de Prinsengracht. Op deze luchtfoto kun je het goed zien. De 3 grachten liggen in een halve ronde vorm als een gordel, de grachtengordel, als een riem om de oude stad heen. De grachtengordel van Amsterdam is zo bijzonder dat het op de Werelderfgoedlijst van de Unesco is gezet. Dat is een lijst met plekken ter wereld die zo uniek zijn dat ze eigendom zijn van iedereen en voor altijd bewaard moeten blijven. Maar waarom is deze grachtengordel naar eigenlijk zo bijzonder? En hoe is hij ontstaan? Daarvoor moeten we zo'n 400 jaar terug in de tijd. Het gaat heel erg goed met Nederland. Vanuit heel Europa worden goede als houdt graan, olie, kaas en wijn naar ons land toe gehaald. En later wordt ook de Verenigde Oost-Indische Compagnie opgericht. De VOC. Het grootste handelsbedrijf ter wereld staat in Nederland. Met zulk soort schepen varen ze helemaal vanuit hier naar Azië toe om kostbare goederen als suiker, koffie en goud mee te nemen, maar ook hele kostbare kruiden als peper en kaneel. Het is niet voor niets peperduur. Al die goederen worden in pakhuizen als deze opgeslagen en weer verder verkocht in heel Europa. Amsterdam wordt één van de belangrijkste handelssteden ter wereld. De kooplieden verdienen heel veel geld. Het is een gouden tijd. De Gouden Eeuw. Ook steden als Haarlem, Leiden en Delft worden rijk. Amsterdam bestaat in die tijd alleen nog uit de oude middeleeuwse binnenstad. De grachtengordel daaromheen is er helemaal nog niet. Maar hoe die is gebouwd, kun je goed zien in dit museum: het Grachtenhuis. Eens was dit het huis van zo'n rijke koopman. Omdat het zo goed gaat met de Nederlandse steden en vooral Amsterdam komen er natuurlijk heel veel mensen naar toe. Kooplieden, arbeiders, zeevaarders, migranten, gelukzoekers, noem maar op. In 1570 wonen er 30 duizend mensen in Amsterdam. Maar 50 jaar later zijn dat er al. 4 keer zoveel. De oude stad raakt overvol. De stad moet uitbreiden. Rondom de oude binnenstad moet nieuwe stadswijken worden gebouwd. Een megaproject. Want hoe pak je zo'n stadsuitbreiding aan? En wat is belangrijker dat de stad? Goed verdedigd worden tegen vijanden of dat het er mooi uitziet? Want ja al die rijke kooplieden die wilden natuurlijk een chique huis aan de grachten. Piet van Winden, directeur van het grachtenhuis. Hoe hebben ze die enorme uitbreidingsklus geklaard? Door heel veel mensen bij te betrekken. Dus natuurlijk burgemeester van de stad, maar ook de schatkistbewaarder, de vestingbouwer en een heel belangrijk beroep in die tijd was de stads timmerman en dat was Hendrik Jacobs van staats en die heeft echt een hele belangrijke rol bij dit project gespeeld. Dus die schoven met z'n allen aan tafel op zoek naar de beste uitbreiding? Ja nou ja ze gingen uit natuurlijk van de stad die er al lag, is de middeleeuwse stad en daar moest iets op vinden. Dit is de ideale stad. Dit is de ideale stad van de vestingbouwer. En dat is de ideale stad van de schatkistbewaarder. En waarom is dit de ideale stad? Ja heel weinig muur nodig. Heel weinig stenen dus, maar ook heel weinig soldaten om de stad tegen de vijand te beschermen. Maar het lastige van zo'n model dat is weer de vorm. Je krijgt een soort taartpuntjes en dat verkoopt een stuk slechter. Heel goed. Dat vond de schatkistbewaarder ook en daarom wilde hij zo’n stad: rechthoekig met allemaal vierkanten die je heel goed kunt verkopen. En uiteindelijk hebben ze de oplossing bedacht. Ze hebben om de middeleeuwse stad drie hoofdgrachten gelegd als een gordel. En om alles heen nog eens een keer een hele nieuwe slotgracht met de nieuwe vestingwal. Dus dit was de ideale combinatie tussen een goeie verdedigingslinie aan de buitenkant en al die rechte kavels want er is geen taartpuntje te vinden. Nee je moet het zo zien aan die hoofdgrachten daar woonden de rijke kooplieden. Maar ze ontwierpen ook Dwarsgrachten voor de ambachtslieden zoals wevers leerlooiers. Kleinere stukken grond waar die mensen weer konden wonen. En dan heb je nog de Jordaan. Een wijk speciaal voor de arbeiders gebouwd die hier de grachten moesten graven. Lekker dicht bij hun werk. Het is een totaalplan echt aan alles is gedacht.
En dan is het dus bouwen geblazen. In 1613 beginnen de eerste arbeiders met het uitgraven van de grachten. De drie hoofdgrachten worden tegelijkertijd gegraven. Vanaf de Brouwersgracht hier richting die kant. Je ziet ook hoe rechtlijnig alle huizen zijn gebouwd. Geheel volgens het totaalplan. Bijna allemaal even lang en even breed. Ze hebben ook allemaal een hijsbalk bovenin om goederen te takelen en op zolder op te slaan.
In 16060 is de uitbreiding van Amsterdam in volle gang. Dit deel is dan al af. Terwijl hier nog druk gebouwd wordt. Veel kooplieden zijn ondertussen zo enorm rijk dat ze niet één maar wel 2 kavels naast elkaar willen. Ja en dan natuurlijk het liefst op de chicste gracht, de Herengracht. Ze bouwen een luxueuze grachtenpandjes: een soort stadspaleisjes om mee te pronken. In zo'n stadspaleis was het als koopman of rijke burger best uit te houden. Hier woonde, bijvoorbeeld de steenrijke kunstschilder Ferdinand Bol. En nam natuurlijk niet. Deze ingang. Die was voor de bedienden. Nee je nam de trap naar de bel-etage. De hal en het trappenhuis zijn uiteraard van duur marmer uit Italië. Je moet natuurlijk wel een beetje indruk maken op je gasten. Of naar 't Koetshuis. Om de paarden van de koetsier een wortel te geven en achter het koetshuis ligt de straat waar de bedienden woonden in een kleine huisjes. Door deze straat werden ook de goederen aangevoerd op karren. Die mochten niet langs de deftige grachten want de rijkelui wilde wel de hele dag van hun vrije uitzicht genieten. Nou ja genieten, in die tijd stonken de grachten als de pest. Het waren een soort open riolen. Alle poep en al het andere afval werd gewoon zo de gracht in gekieperd. In 1662 is de hele stadsuitbreiding klaar. Het heeft maar liefst 50 jaar geduurd en de stad is vier keer zo groot geworden. En dat alles is dus bedacht aan de tekentafel. Door het stadsbestuur en Jacobus Staats. Jacobus. Respect! Want 400 jaar later zijn we nog steeds blij dat de grachten zijn aangelegd, uniek in de wereld. Aan de Amsterdamse grachten..